Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- verblind:
- verblinden:
-
Wiktionary:
- verblinden → cegar, encandilar, obnubilar
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verblind (Nederlands) in het Spaans
verblind:
-
verblind (verdwaasd)
Vertaal Matrix voor verblind:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
atontado | verblind; verdwaasd | bedwelmd; daas; dof; geesteloos; mat; met de mond vol tanden; met open mond; onder invloed; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; versuft; verwonderd |
aturdido | verblind; verdwaasd | aanmatigend; bot; daas; doezelig; dof; dorps; geesteloos; getroffen; kortaf; mat; met de mond vol tanden; met open mond; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; onthutst; ontsteld; overdonderd; overrompeld; overstuur; paf; perplex; respectloos; soezerig; sprakeloos; suf; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; versuft; verwonderd; zonder omhaal |
Verwante woorden van "verblind":
verblind vorm van verblinden:
-
verblinden
Conjugations for verblinden:
o.t.t.
- verblind
- verblindt
- verblindt
- verblinden
- verblinden
- verblinden
o.v.t.
- verblindde
- verblindde
- verblindde
- verblindden
- verblindden
- verblindden
v.t.t.
- heb verblind
- hebt verblind
- heeft verblind
- hebben verblind
- hebben verblind
- hebben verblind
v.v.t.
- had verblind
- had verblind
- had verblind
- hadden verblind
- hadden verblind
- hadden verblind
o.t.t.t.
- zal verblinden
- zult verblinden
- zal verblinden
- zullen verblinden
- zullen verblinden
- zullen verblinden
o.v.t.t.
- zou verblinden
- zou verblinden
- zou verblinden
- zouden verblinden
- zouden verblinden
- zouden verblinden
diversen
- verblind!
- verblindt!
- verblind
- verblindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verblinden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cegar | verblinden | dichtslaan; dichtwerpen |
deslumbrar | verblinden |
Wiktionary: verblinden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verblinden | → cegar | ↔ blind — make temporarily or permanently blind |
• verblinden | → encandilar; obnubilar | ↔ dazzle — confuse the sight |
Computer vertaling door derden: