Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
periódico
|
|
courant; dagblad; krant; nieuwsblad
|
regular
|
|
afstellen; afstemmen; inregelen; instellen; regelen
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
regular
|
|
afdoen; afhandelen; afstellen; afstemmen; beslechten; bijstellen; regelen; reguleren; twist uit de weg ruimen; zich voegen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
periódico
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
geregeld; met vast ritme; periodiek; regelmatig; terugkerend
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mucho
|
|
heel veel; veel
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
a menudo
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
geregeld; herhaald; met vast ritme; regelmatig; veel
|
con frecuencia
|
dikwijls; frequent; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veelvuldig
|
geregeld; herhaald; met vast ritme; regelmatig; veel
|
frecuente
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
bezet; druk; drukbezet; geregeld; herhaald; met vast ritme; regelmatig; veel
|
frecuentemente
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
geregeld; met vast ritme; regelmatig; vaak; veel
|
mucha
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
veel
|
mucho
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
bijzonder; boordevol; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; hard; hardop; heel erg; hogelijk; intens; intensief; luid; pijnlijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; veel; volop; zeer; zeerste
|
muy
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
behoorlijk; behoorlijke; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; erg; excessief; extreem; fantastisch; formidabel; geducht; geweldig; hard; hardop; heel erg; hogelijk; in hoge mate; intens; intensief; luid; pijnlijk; prachtig; ten zeerste; uitermate; uiterst; veel; zeer; zeerste
|
regular
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
doorsnee; fatsoenlijk; gemiddeld; geregeld; goed geordend; matig; medium; met regelmaat; met vast ritme; methodisch; middelmatig; min; modaal; netjes; niet al te best; onbeduidend; op vaste tijden; ordentelijk; planmatig; regelmatig; regulier; stelselmatig; systematisch; welgeordend; zwak; zwakjes
|
repetidas veces
|
herhaaldelijk; meermaals; telkens; veelvuldig
|
herhaald
|
usualmente
|
dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
|
doorgaans; gemeenlijk; geregeld; gewoonlijk; meestal; met vast ritme; regelmatig
|