Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
igual
|
|
dezelfde
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
constante
|
|
constante
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
astuto
|
effen; van één kleur
|
achterbaks; adrem; arglistig; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; effen; egaal; gehaaid; gelijk; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; glad; gluiperig; goochem; ijdel; kien; leeg; leep; link; listig; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; pienter; plat; puntig; raak; scherp; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; stiekem; strak; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; vlak; vlakuit
|
constante
|
effen; van één kleur
|
aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; in elk geval; in ieder geval; indifferent; laconiek; lauw; niet aflatend; onafgebroken; onafgelaten; ongevoelig; ongeïnteresseerd; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onverflauwd; onverminderd; onvermoeibaar; onvermoeid; onverschillig; voortdurend
|
cuco
|
effen; van één kleur
|
arglistig; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; leep; link; listig; scherpzinnig; slinks; sluw; spitsvondig; uitgekiend
|
equilibrado
|
effen; van één kleur
|
beheerst; effen; egaal; evenwichtig; gelijk; geslepen; glad; in evenwicht; plat; sluitend; strak; vlak; vlakuit
|
igual
|
effen; van één kleur
|
analoog; dergelijk; dergelijke; desgelijks; dito; dusdanig; eender; eenvormig; effen; egaal; evenveel; evenzo; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; geslepen; glad; hetzelfde; homogeen; idem; idem dito; identiek; net zo; om het even; onveranderd; ook; op dezelfde wijze; plat; precies hetzelfde; precies zo; soortgelijk; strak; vlak; vlakuit; weerga; zelfde; zijnsgelijke; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke
|
suave
|
effen; van één kleur
|
effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; ingetogen; kneedbaar; mals; plat; smeuïg; stemmig; strak; vlak; vlakuit; vormbaar; zacht; zacht aanvoelend
|