Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitvreter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitvreter (Nederlands) in het Spaans

uitvreter:

uitvreter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitvreter (parasiet; klaploper; profiteur)
    el parásito; el gorrón; el buitre
    • parásito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • gorrón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • buitre [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitvreter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitre klaploper; parasiet; profiteur; uitvreter gier; vloeibare mest
gorrón klaploper; parasiet; profiteur; uitvreter bietser; louche handelaar; sjacheraar
parásito klaploper; parasiet; profiteur; uitvreter

Wiktionary: uitvreter

uitvreter
noun
  1. iemand die uitvreet