Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitvallers:
  2. uitvaller:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitvallers (Nederlands) in het Spaans

uitvallers:

uitvallers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitvallers
    la personas que abandonan

Vertaal Matrix voor uitvallers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
personas que abandonan uitvallers

Verwante woorden van "uitvallers":


uitvallers vorm van uitvaller:

uitvaller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitvaller (achterblijver; achtergeblevene)
    el rezagado; el que ha quedado atrás

Vertaal Matrix voor uitvaller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
que ha quedado atrás achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
rezagado achterblijver; achtergeblevene; uitvaller

Verwante woorden van "uitvaller":