Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
-
uitstekend:
- perfecto; fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente; desconocido; inigualable; incomparable; indignante; sin igual; inigualado; sin par; no igualado; inmejorable; genial; eminente; de primera clase; de primer orden; en lo alto
- uitsteken:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitstekend (Nederlands) in het Spaans
uitstekend:
-
uitstekend (volmaakt; uitmuntend; voortreffelijk; perfect; patent)
-
uitstekend (grandioos; groots; geweldig; fantastisch; schitterend; voortreffelijk; magnifiek; uitnemend)
fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
buenísimo bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
a las mil maravillas bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera categoría bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
macanudo bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
colosal bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
gigantesco bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
preeminente bijvoeglijk naamwoord
-
-
uitstekend (ongeëvenaard; onovertroffen; ongekend; weergaloos; onvergelijkelijk; onvolprezen)
desconocido; inigualable; incomparable; indignante; sin igual; inigualado; sin par; no igualado-
desconocido bijvoeglijk naamwoord
-
inigualable bijvoeglijk naamwoord
-
incomparable bijvoeglijk naamwoord
-
indignante bijvoeglijk naamwoord
-
sin igual bijvoeglijk naamwoord
-
inigualado bijvoeglijk naamwoord
-
sin par bijvoeglijk naamwoord
-
no igualado bijvoeglijk naamwoord
-
-
uitstekend (heerlijk; kostelijk; voortreffelijk)
estupendo; excelente; de primera; espléndido; inmejorable-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
inmejorable bijvoeglijk naamwoord
-
-
uitstekend (voortreffelijk; subliem; superbe; puik; briljant; excellent; uitmuntend; uitgelezen; uitgezocht; uitnemend)
-
uitstekend (eersterangs; eersteklas; tot de beste klasse behorend; top)
eminente; excelente; de primera clase; de primer orden; de primera; en lo alto; de primera categoría-
eminente bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera clase bijvoeglijk naamwoord
-
de primer orden bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
en lo alto bijvoeglijk naamwoord
-
de primera categoría bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitstekend:
Verwante woorden van "uitstekend":
Synoniemen voor "uitstekend":
Verwante definities voor "uitstekend":
Wiktionary: uitstekend
uitstekend
Cross Translation:
adjective
-
uitmuntend
- uitstekend → excelente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitstekend | → excelente | ↔ capital — excellent |
• uitstekend | → excelente | ↔ excellent — of the highest quality |
• uitstekend | → primo; primoroso; excelente | ↔ prime — first in excellence, quality, or value |
• uitstekend | → notable | ↔ remarquable — Qui mériter d’être remarqué ; qui attirer l’attention. |
• uitstekend | → afilado; agudo | ↔ saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors. |
• uitstekend | → eminente; excelente | ↔ éminent — soutenu|fr Qui s’élever au-dessus du niveau général, parler d’un terrain. |
uitsteken:
-
uitsteken (opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
destacarse; saltar a la vista; llamar la atención; ostentar; saltar; resaltar; brillar; sorprender; hacerse interesante; exhibir; descollar; extender; exponer; sobrepasar-
destacarse werkwoord
-
saltar a la vista werkwoord
-
llamar la atención werkwoord
-
ostentar werkwoord
-
saltar werkwoord
-
resaltar werkwoord
-
brillar werkwoord
-
sorprender werkwoord
-
hacerse interesante werkwoord
-
exhibir werkwoord
-
descollar werkwoord
-
extender werkwoord
-
exponer werkwoord
-
sobrepasar werkwoord
-
-
uitsteken (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; excelleren; uitblinken boven; schitteren; uitmunten)
Conjugations for uitsteken:
o.t.t.
- steek uit
- steekt uit
- steekt uit
- steken uit
- steken uit
- steken uit
o.v.t.
- stak uit
- stak uit
- stak uit
- staken uit
- staken uit
- staken uit
v.t.t.
- heb uitgestoken
- hebt uitgestoken
- heeft uitgestoken
- hebben uitgestoken
- hebben uitgestoken
- hebben uitgestoken
v.v.t.
- had uitgestoken
- had uitgestoken
- had uitgestoken
- hadden uitgestoken
- hadden uitgestoken
- hadden uitgestoken
o.t.t.t.
- zal uitsteken
- zult uitsteken
- zal uitsteken
- zullen uitsteken
- zullen uitsteken
- zullen uitsteken
o.v.t.t.
- zou uitsteken
- zou uitsteken
- zou uitsteken
- zouden uitsteken
- zouden uitsteken
- zouden uitsteken
en verder
- ben uitgestoken
- bent uitgestoken
- is uitgestoken
- zijn uitgestoken
- zijn uitgestoken
- zijn uitgestoken
diversen
- steek uit!
- steekt uit!
- uitgestoken
- uitstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
uitsteken (eruitspringend; opvallend)
destacando-
destacando bijvoeglijk naamwoord
-
-
uitsteken
el sobresalir