Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitscheiding:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitscheiding (Nederlands) in het Spaans

uitscheiding:

uitscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitscheiding (uitwerpselen; feces; beer; fecaliën; excrementen)
    la mierda; la caca; el excrementos; la heces fecales

Vertaal Matrix voor uitscheiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caca beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen drek; drol; hoop; kak; keutel; poep; poephoop; schijt; stront; stronthoop; stuk poep; uitwerpsel
excrementos beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen drek; kak; poep; schijt; stront
heces fecales beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen drek; kak; poep; schijt; stront
mierda beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen drek; kak; poep; schijt; stront
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mierda tering; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt