Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uitgloeien:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgloeien (Nederlands) in het Spaans

uitgloeien:

uitgloeien werkwoord (gloei uit, gloeit uit, gloeide uit, gloeiden uit, uitgegloeid)

  1. uitgloeien
    templar

Conjugations for uitgloeien:

o.t.t.
  1. gloei uit
  2. gloeit uit
  3. gloeit uit
  4. gloeien uit
  5. gloeien uit
  6. gloeien uit
o.v.t.
  1. gloeide uit
  2. gloeide uit
  3. gloeide uit
  4. gloeiden uit
  5. gloeiden uit
  6. gloeiden uit
v.t.t.
  1. ben uitgegloeid
  2. bent uitgegloeid
  3. is uitgegloeid
  4. zijn uitgegloeid
  5. zijn uitgegloeid
  6. zijn uitgegloeid
v.v.t.
  1. was uitgegloeid
  2. was uitgegloeid
  3. was uitgegloeid
  4. waren uitgegloeid
  5. waren uitgegloeid
  6. waren uitgegloeid
o.t.t.t.
  1. zal uitgloeien
  2. zult uitgloeien
  3. zal uitgloeien
  4. zullen uitgloeien
  5. zullen uitgloeien
  6. zullen uitgloeien
o.v.t.t.
  1. zou uitgloeien
  2. zou uitgloeien
  3. zou uitgloeien
  4. zouden uitgloeien
  5. zouden uitgloeien
  6. zouden uitgloeien
diversen
  1. gloei uit!
  2. gloeit uit!
  3. uitgegloeid
  4. uitgloeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitgloeien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
templar uitgloeien dempen; lenigen; matigen; temperen; verlichten; vervriendelijken; verzachten; zich matigen; zich warmen

Wiktionary: uitgloeien

uitgloeien
verb
  1. het door en door gloeien van materialen om fysische eigenschappen te wijzigen