Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agotado
|
uitgeteld
|
aan stress lijdend; afgemat; bleek; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; flauw; flets; geblust; gestresst; hondsmoe; ijdel; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; op; overspannen; oververmoeid; overwerkt; uitdrukkingsloos; uitgeblust; uitgeput; uitverkocht; verschoten; volgeboekt; wezenloos
|
cansado
|
uitgeteld
|
afgemat; beu; bleekjes; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
|
cansadísimo
|
uitgeteld
|
afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; geblust; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput
|
exhausto
|
uitgeteld
|
afgemat; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; geblust; hol; hondsmoe; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; op; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput
|
fatigado
|
uitgeteld
|
uitgeput
|
fuera de cuentas
|
uitgeteld
|
oververmoeid; uitgeput
|
hecho polvo
|
uitgeteld
|
bekaf; geblust; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput
|
muy cansado
|
uitgeteld
|
afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; geblust; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput
|
rendido
|
uitgeteld
|
afgesloofd; bekaf; gammel; krakkemikkig; krakkemikkige; oververmoeid; uitgeput; uitgesloofd; wankel; zwak
|
sobrefatigado
|
uitgeteld
|
geblust; oververmoeid; uitgeblust; uitgeput
|