Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
el uno al otro
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
op elkaar
|
mutuamente
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
elkaar; mekaar
|
recíprocamente
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
elkaar; mekaar
|
separadamente
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
|
separado
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
afgescheiden; afgezonderd; afzonderlijk; alleenstaand; apart; desolaat; eenzaam; gescheiden; gesepareerd; gespreid; geïsoleerd; in quarantaine; los; los van elkaar; losstaand; niet vast; ontbonden; op zich; op zichzelf staand; opgeheven; separaat; single; uiteengegaan; uiteengevallen; vereenzaamd; verlaten; verplaatsbaar; verschuifbaar; vrijstaand
|
separados
|
uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
|