Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uiteengroeien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uiteengroeien (Nederlands) in het Spaans

uiteengroeien:

uiteengroeien werkwoord (groei uiteen, groeit uiteen, groeide uiteen, groeiden uiteen, uiteengegroeid)

  1. uiteengroeien

Conjugations for uiteengroeien:

o.t.t.
  1. groei uiteen
  2. groeit uiteen
  3. groeit uiteen
  4. groeien uiteen
  5. groeien uiteen
  6. groeien uiteen
o.v.t.
  1. groeide uiteen
  2. groeide uiteen
  3. groeide uiteen
  4. groeiden uiteen
  5. groeiden uiteen
  6. groeiden uiteen
v.t.t.
  1. ben uiteengegroeid
  2. bent uiteengegroeid
  3. is uiteengegroeid
  4. zijn uiteengegroeid
  5. zijn uiteengegroeid
  6. zijn uiteengegroeid
v.v.t.
  1. was uiteengegroeid
  2. was uiteengegroeid
  3. was uiteengegroeid
  4. waren uiteengegroeid
  5. waren uiteengegroeid
  6. waren uiteengegroeid
o.t.t.t.
  1. zal uiteengroeien
  2. zult uiteengroeien
  3. zal uiteengroeien
  4. zullen uiteengroeien
  5. zullen uiteengroeien
  6. zullen uiteengroeien
o.v.t.t.
  1. zou uiteengroeien
  2. zou uiteengroeien
  3. zou uiteengroeien
  4. zouden uiteengroeien
  5. zouden uiteengroeien
  6. zouden uiteengroeien
diversen
  1. groei uiteen!
  2. groeit uiteen!
  3. uiteengegroeid
  4. uiteengroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uiteengroeien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distanciarse uiteengroeien distantiëren; uit elkaar groeien

Computer vertaling door derden: