Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- twijfel:
- twijfelen:
-
Wiktionary:
- twijfel → duda, incertidumbre
- twijfel → duda, incertidumbre, cuestión
- twijfelen → dudar
- twijfelen → dudar, vacilar, dudarse
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor twijfel (Nederlands) in het Spaans
twijfel:
-
de twijfel (besluiteloosheid; tweestrijd; weifeling)
el duelo; la falta de resolución; la lucha interior; la batalla; el torneo; el desafío; el combate singular -
de twijfel (twijfeling)
Vertaal Matrix voor twijfel:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| batalla | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | gevecht; handgemeen; kamp; klap; klop; kloppartij; knokpartij; lel; matpartij; mep; oorlog; slag; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; vechtpartij; veldslag; worsteling |
| combate singular | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | |
| desafío | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | duel; kamp; tweegevecht; tweekamp; uitdaging |
| duda | twijfel; twijfeling | onzekerheid |
| duelo | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | chagrijn; droefenis; duel; ergernis; kamp; leed; pijn; treurnis; tweegevecht; tweekamp; verdriet |
| falta de resolución | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | aarzeling; hapering; kink in de kabel; twijfeling; weifeling |
| lucha interior | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | |
| torneo | besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling | ridderspel |
Verwante woorden van "twijfel":
Wiktionary: twijfel
twijfel
Cross Translation:
noun
-
gevoel van onzekerheid ten aanzien van wat men moet doen, geloven e.d.
- twijfel → duda; incertidumbre
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • twijfel | → duda; incertidumbre | ↔ doubt — uncertainty |
| • twijfel | → duda; cuestión | ↔ question — doubt or challenge about the truth |
| • twijfel | → duda | ↔ Zweifel — inneres Schwanken; Unsicherheit in Bezug auf Vertrauen, Taten, Entscheidungen, Glauben oder Behauptungen beziehungsweise Vermutung von Tatsachen |
| • twijfel | → duda | ↔ doute — incertitude sur l’existence ou la vérité d’une chose, sur la vérité ou la fausseté d’une idée. |
twijfel vorm van twijfelen:
-
twijfelen (aarzelen; weifelen)
-
twijfelen (onzeker zijn)
Conjugations for twijfelen:
o.t.t.
- twijfel
- twijfelt
- twijfelt
- twijfelen
- twijfelen
- twijfelen
o.v.t.
- twijfelde
- twijfelde
- twijfelde
- twijfelden
- twijfelden
- twijfelden
v.t.t.
- heb getwijfeld
- hebt getwijfeld
- heeft getwijfeld
- hebben getwijfeld
- hebben getwijfeld
- hebben getwijfeld
v.v.t.
- had getwijfeld
- had getwijfeld
- had getwijfeld
- hadden getwijfeld
- hadden getwijfeld
- hadden getwijfeld
o.t.t.t.
- zal twijfelen
- zult twijfelen
- zal twijfelen
- zullen twijfelen
- zullen twijfelen
- zullen twijfelen
o.v.t.t.
- zou twijfelen
- zou twijfelen
- zou twijfelen
- zouden twijfelen
- zouden twijfelen
- zouden twijfelen
en verder
- ben getwijfeld
- bent getwijfeld
- is getwijfeld
- zijn getwijfeld
- zijn getwijfeld
- zijn getwijfeld
diversen
- twijfel!
- twijfelt!
- getwijfeld
- twijfelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor twijfelen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| dudar | aarzelen; onzeker zijn; twijfelen; weifelen | betwijfelen; schromen |
| no estar seguro | onzeker zijn; twijfelen | |
| vacilar | aarzelen; twijfelen; weifelen | aarzelen; betwijfelen; dralen; drentelen; druilen; fluctueren; hannesen; omwisselen; talmen; teuten; treuzelen; variëren; wankelen; wisselen; zaniken; zeiken; zeuren |
| - | aarzelen |
Verwante woorden van "twijfelen":
Synoniemen voor "twijfelen":
Antoniemen van "twijfelen":
Verwante definities voor "twijfelen":
Wiktionary: twijfelen
twijfelen
Cross Translation:
verb
-
na te gaan
- twijfelen → dudar
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • twijfelen | → dudar | ↔ doubt — to lack confidence in something |
| • twijfelen | → vacilar | ↔ stagger — to begin to doubt and waver in purposes |
| • twijfelen | → dudarse | ↔ zweifeln — den Wahrheitsgehalt in Frage stellen; glauben oder vermuten, dass etwas nicht stimmt |
| • twijfelen | → dudarse | ↔ zweifeln — die nötige Fähigkeit von jemandem (oder etwas) in Frage stellen; für unfähig halten |
| • twijfelen | → dudar | ↔ douter — Être dans l’incertitude, n’être pas sûr. |
Computer vertaling door derden: