Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tussentijd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tussentijd (Nederlands) in het Spaans

tussentijd:

tussentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tussentijd (interim; tussenpoos)
    el intermedio; el período; el lapso; el espacio; el intervalo

Vertaal Matrix voor tussentijd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espacio interim; tussenpoos; tussentijd Space; heelal; kloof; locatie; opening; plaats; plek; ruimte; spatie; spleet; tussenruimte; uitsparing; universum; wereldruimte
intermedio interim; tussenpoos; tussentijd intermezzo; onderbreking; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; speelkwartier; tussenpoos; tussenspel; verpozing; werkpauze
intervalo interim; tussenpoos; tussentijd bereik; interval; kloof; opening; spleet; toonafstand; tussenruimte; uitsparing
lapso interim; tussenpoos; tussentijd
período interim; tussenpoos; tussentijd epoch; epoche; era; etappe; fase; menstruatie; ongesteldheid; ontwikkelingsfase; parcoursetappe; periode; poosje; stadium; termijn; tijd; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; uur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermedio intermediair; tussenliggend

Verwante woorden van "tussentijd":


Wiktionary: tussentijd


Cross Translation:
FromToVia
tussentijd interval; intervalo intervalledistance d’un lieu à un autre.

Verwante vertalingen van tussentijd