Nederlands
Uitgebreide vertaling voor treuzelaar (Nederlands) in het Spaans
treuzelaar:
-
de treuzelaar (sijsjeslijmer; treuzelkous; hannes; slak; teut; talmer; sukkel; treuzel)
el cotorra; el charlatán; la remolona; el parlanchín; el parlanchines; el tardón; la tardona; el remolón -
de treuzelaar (slome; zoutzak)
Vertaal Matrix voor treuzelaar:
Verwante woorden van "treuzelaar":
Wiktionary: treuzelaar
Computer vertaling door derden: