Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- treffend:
-
treffen:
- mover; conmover; emocionar; revolver; pegar; tomar; alcanzar; golpear; dar golpes; encontrar; adoptar; comer un peón; batir; azotar; tener suerte; encontrarse; encontrarse con; tropezarse con; influenciar; afectar; influir en; tener que ver con; llegar a; ir a parar en; quedarse; reunirse; verse; juntarse
- encuentro; enfrentamiento
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor treffend (Nederlands) in het Spaans
treffend:
-
treffend (opvallend; opmerkelijk; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; in het oog lopend)
-
treffend (toepasselijk)
Vertaal Matrix voor treffend:
Verwante woorden van "treffend":
treffend vorm van treffen:
-
treffen (ontroeren; raken)
-
treffen (raken; beroeren)
pegar; tomar; alcanzar; golpear; emocionar; dar golpes; encontrar; mover; adoptar; comer un peón; batir; azotar; revolver; conmover; tener suerte-
pegar werkwoord
-
tomar werkwoord
-
alcanzar werkwoord
-
golpear werkwoord
-
emocionar werkwoord
-
dar golpes werkwoord
-
encontrar werkwoord
-
mover werkwoord
-
adoptar werkwoord
-
comer un peón werkwoord
-
batir werkwoord
-
azotar werkwoord
-
revolver werkwoord
-
conmover werkwoord
-
tener suerte werkwoord
-
-
treffen (ontmoeten; tegenkomen)
encontrarse; encontrarse con; tropezarse con-
encontrarse werkwoord
-
encontrarse con werkwoord
-
tropezarse con werkwoord
-
-
treffen (beïnvloeden; raken)
influenciar; afectar; influir en; conmover; tener suerte; adoptar; tener que ver con-
influenciar werkwoord
-
afectar werkwoord
-
influir en werkwoord
-
conmover werkwoord
-
tener suerte werkwoord
-
adoptar werkwoord
-
tener que ver con werkwoord
-
-
treffen (terechtkomen; raken)
-
treffen (elkaar ontmoeten; afspreken; elkaar zien; samenkomen)
quedarse; encontrarse; reunirse; verse; juntarse-
quedarse werkwoord
-
encontrarse werkwoord
-
reunirse werkwoord
-
verse werkwoord
-
juntarse werkwoord
-
Conjugations for treffen:
o.t.t.
- tref
- treft
- treft
- treffen
- treffen
- treffen
o.v.t.
- trof
- trof
- trof
- troffen
- troffen
- troffen
v.t.t.
- heb getroffen
- hebt getroffen
- heeft getroffen
- hebben getroffen
- hebben getroffen
- hebben getroffen
v.v.t.
- had getroffen
- had getroffen
- had getroffen
- hadden getroffen
- hadden getroffen
- hadden getroffen
o.t.t.t.
- zal treffen
- zult treffen
- zal treffen
- zullen treffen
- zullen treffen
- zullen treffen
o.v.t.t.
- zou treffen
- zou treffen
- zou treffen
- zouden treffen
- zouden treffen
- zouden treffen
en verder
- ben getroffen
- bent getroffen
- is getroffen
- zijn getroffen
- zijn getroffen
- zijn getroffen
diversen
- tref!
- treft!
- getroffen
- treffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het treffen (ontmoeting)
-
het treffen (raken)
Vertaal Matrix voor treffen:
Verwante woorden van "treffen":
Synoniemen voor "treffen":
Antoniemen van "treffen":
Verwante definities voor "treffen":
Wiktionary: treffen
treffen
Cross Translation:
verb
-
raak schieten
- treffen → acertar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• treffen | → acción; batalla | ↔ combat — a battle; a fight; a struggle for victory |
• treffen | → pegar; golpear; dar; batir | ↔ hit — to give a blow |
• treffen | → encontrarse; encontrar | ↔ meet — encounter by accident |
• treffen | → encontrarse | ↔ meet — see through arrangement |
• treffen | → reunión | ↔ meeting — gathering for a purpose |
• treffen | → golpear; pegar | ↔ strike — to hit |
• treffen | → jornadas | ↔ Treffen — Zusammenkunft von Menschen oder Verbänden zu einem bestimmten Zweck |
• treffen | → encuentro | ↔ Treffen — Militär: kleine Kampfhandlung |
• treffen | → afligir | ↔ affliger — abattre moralement. |
• treffen | → afrontamiento | ↔ affrontement — action de batailler, de combattre, de défier. |
• treffen | → alcanzar; conseguir | ↔ atteindre — toucher de loin au moyen d’un projectile. |
• treffen | → batalla; golpe; acción | ↔ bataille — guerre|fr combat général entre deux armées. |
• treffen | → batalla; acción | ↔ combat — action par laquelle on attaquer et l’on se défendre. |
• treffen | → golpear; pegar | ↔ frapper — A TRIER |
• treffen | → llegar | ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général) |
• treffen | → encontrar; encontrarse con; topar; dar con; chocar contra | ↔ rencontrer — trouver en chemin une personne ou une chose. |
• treffen | → encontrar; hallar | ↔ trouver — rencontrer ce que l’on chercher. |