Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. trawler:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trawler (Nederlands) in het Spaans

trawler:

trawler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trawler
    el bou; el remolcador; la trainera
    • bou [el ~] zelfstandig naamwoord
    • remolcador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • trainera [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trawler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bou trawler treiler
remolcador trawler sleepboot; sleper; treiler
trainera trawler treiler

Verwante woorden van "trawler":

  • trawlers

Wiktionary: trawler


Cross Translation:
FromToVia
trawler jábega; arrastrero; barco de arrastre trawler — fishing boat