Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
amodorrarse
|
|
wegzakken
|
disminuir
|
|
achteruitgaan; afnemen; verminderen in kracht
|
helarse
|
|
invriezing
|
hundirse
|
|
inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; wegzakken
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adormilarse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden
|
amodorrarse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
|
calmarse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
bekoelen; dempen; kalm worden; matigen; rustig worden; temperen; zich matigen
|
disminuir
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
achteruitgaan; afnemen; afnemend; dalen; declineren; inkrimpen; kelderen; kleiner maken; krimpen; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; slinken; slinkend; tanen; tanend; terugdraaien; teruggaan; terugschroeven; verkleinen; verminderen; vervallen; zakken
|
helarse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
afkoelen; bekoelen; koel worden
|
hundirse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
afknappen; afkoelen; bekoelen; doorbuigen; doorleven; doorstaan; doorzakken; er vanaf breken; gaan hangen; ineenzakken; ineenzijgen; inzakken; kelderen; koel worden; naar de vijand overlopen; omlaagstorten; sterk afnemen; teruglopen; uitzakken; vallen; verdragen; verduren; vergaan; verkommeren; verteren; vervallen; verzakken; wegzakken; zakken; zakken in; zich storten
|
tranquilizarse
|
luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
|
bekoelen; dempen; matigen; temperen; zich matigen
|