Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tonic:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tonic (Nederlands) in het Spaans

tonic:

tonic [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tonic (levenselixer; tonicum)
    la tónica; el piscolabis; el tonificante; el elixir de vida

Vertaal Matrix voor tonic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elixir de vida levenselixer; tonic; tonicum
piscolabis levenselixer; tonic; tonicum
tonificante levenselixer; tonic; tonicum tonica
tónica levenselixer; tonic; tonicum tonica
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tonificante aansporend; animerend; opwekkend; stimulerend; suggestief

Verwante woorden van "tonic":

  • tonics

Wiktionary: tonic


Cross Translation:
FromToVia
tonic tónica; agua tónica; aguaquina tonic water — carbonated beverage