Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toevloed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevloed (Nederlands) in het Spaans

toevloed:

toevloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toevloed (drukte; toeloop; gedrang)
    el jaleo; la agitación; el hormiguero; el ajetreo; el barullo; el alboroto; la animación; la aglomeración; la concurrencia; la apreturas

Vertaal Matrix voor toevloed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agitación drukte; gedrang; toeloop; toevloed agitatie; beroering; deining; drukte; gedoe; gedraaf; gehaast; geharrewar; gehol; gejaag; gejaagdheid; gejacht; gejakker; gewoel; herrie; kabaal; lawaai; leven; omhaal; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; ophef; oproer; opruiing; opschudding; opstand; opstootje; opzien; rel; rep; roerigheid; rumoer; schommeling; sensatie; spektakel; stress; turbulentie; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; werveling; wiegeling; zeegang
aglomeración drukte; gedrang; toeloop; toevloed agglomeratie; herrie; kabaal; lawaai; leven; opeenhoping; opstopping; opstuwing; rumoer; spektakel; verstopping
ajetreo drukte; gedrang; toeloop; toevloed drukte; gedoe; gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker; getob; heisa; krakeel; omhaal; rompslomp; veel gedoe
alboroto drukte; gedrang; toeloop; toevloed beroering; burengerucht; burenoverlast; deining; drukte; gebrul; gebulder; gedruis; geharrewar; gekrijs; geluid; geraas; geschreeuw; heibel; heksenketel; lawaai; leven; misbaar; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; ordeverstoring; pandemonium; rel; rumoer; rustverstoring; schommeling; sensatie; stampei; stennis; tamtam; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; wiegeling; zeegang
animación drukte; gedrang; toeloop; toevloed aanmoediging; aansporen; aansporing; amusement; animatie; bemoediging; bevlogenheid; bezieling; blijheid; blijmoedigheid; enthousiasme; geestdrift; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; levendigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgewektheid; opwekking; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; steun; stimulans; stimulering; uitgelatenheid; verlevendiging; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vrolijkheid
apreturas drukte; gedrang; toeloop; toevloed hectiek
barullo drukte; gedrang; toeloop; toevloed donderslagen; drukte; gedoe; gedonder; gedonderjaag; geravot; gestoei; heisa; herrie; kabaal; lawaai; leven; luidruchtigheid; omhaal; oploop; rumoer; soepzootje; spektakel; stoeierij; stoeipartij; toestand
concurrencia drukte; gedrang; toeloop; toevloed samenloop
hormiguero drukte; gedrang; toeloop; toevloed hectiek
jaleo drukte; gedrang; toeloop; toevloed drukte; gedoe; gedram; geharrewar; geluid; getob; gezanik; gezeur; hinder; last; moeite; omhaal; overlast; rommelig gedoe; rumoer; soesa

Wiktionary: toevloed


Cross Translation:
FromToVia
toevloed entrada influx — inward flow
toevloed pleamar; congestión afflux — médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.