Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toelopen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toeliepen (Nederlands) in het Spaans

toelopen:

toelopen werkwoord (loop toe, loopt toe, liep toe, liepen toe, toegelopen)

  1. toelopen
    acudir

Conjugations for toelopen:

o.t.t.
  1. loop toe
  2. loopt toe
  3. loopt toe
  4. lopen toe
  5. lopen toe
  6. lopen toe
o.v.t.
  1. liep toe
  2. liep toe
  3. liep toe
  4. liepen toe
  5. liepen toe
  6. liepen toe
v.t.t.
  1. heb toegelopen
  2. hebt toegelopen
  3. heeft toegelopen
  4. hebben toegelopen
  5. hebben toegelopen
  6. hebben toegelopen
v.v.t.
  1. had toegelopen
  2. had toegelopen
  3. had toegelopen
  4. hadden toegelopen
  5. hadden toegelopen
  6. hadden toegelopen
o.t.t.t.
  1. zal toelopen
  2. zult toelopen
  3. zal toelopen
  4. zullen toelopen
  5. zullen toelopen
  6. zullen toelopen
o.v.t.t.
  1. zou toelopen
  2. zou toelopen
  3. zou toelopen
  4. zouden toelopen
  5. zouden toelopen
  6. zouden toelopen
en verder
  1. ben toegelopen
  2. bent toegelopen
  3. is toegelopen
  4. zijn toegelopen
  5. zijn toegelopen
  6. zijn toegelopen
diversen
  1. loop toe!
  2. loopt toe!
  3. toegelopen
  4. toelopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toelopen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acudir toelopen aanlopen; erbij komen; komen aanlopen; opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen

Verwante woorden van "toelopen":


Wiktionary: toelopen


Cross Translation:
FromToVia
toelopen acudir accourircourir, venir promptement en un lieuquelque chose ou quelqu’un nous attirer.