Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. toekomst:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor toekomst:
    • porvenir


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toekomst (Nederlands) in het Spaans

toekomst:

toekomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de toekomst (voorland; toekomsten)
    el futuro; el destino
    • futuro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • destino [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de toekomst (vooruitzicht; perspectief; kans)
    la perspectiva

Vertaal Matrix voor toekomst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destino toekomst; toekomsten; voorland bestemming; buurtschap; doel; doelvoorziening; eindpunt; fortuin; fortuintje; gat; geadresseerde; gehucht; geluk; gelukkigheid; het gelukkig-zijn; levenslot; noodlot; ongelukkig lot; reisbestemming
futuro toekomst; toekomsten; voorland
perspectiva kans; perspectief; toekomst; vooruitzicht afwachting; beschouwing; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; hoop; invalshoek; inzicht; kijk; oogpunt; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vergezicht; verwachting; visie; vue; zicht; zienswijs
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
destino doel-
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
futuro aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige

Antoniemen van "toekomst":


Verwante definities voor "toekomst":

  1. tijd die nog komt1
    • niemand weet wat de toekomst brengen zal1

Wiktionary: toekomst

toekomst
noun
  1. de tijd die komen gaat

Cross Translation:
FromToVia
toekomst porvenir; futuro future — the time ahead
toekomst porvenir; futuro avenirfutur, ce qui devoir arriver.