Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toegenegenheid (Nederlands) in het Spaans
toegenegenheid:
-
de toegenegenheid (genegenheid)
Vertaal Matrix voor toegenegenheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afecto | genegenheid; toegenegenheid | aanhankelijkheid; affectie; gehechtheid; genegenheid; inclinatie; kameraadschap; verknochtheid; vriendschap |
cariño | genegenheid; toegenegenheid | beminde; dot; duifje; geliefde; genegenheid; gevoeligheid; gezelschapsdier; hartelijkheid; innigheid; kindlief; lekkertje; liefde; liefje; liefkozing; liefste; lieve; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; schattig kind; scheetje; snoes; snoezepoes; tederheid; troetel; vriendin; vriendinnetje; vrouwlief; zachtheid |
simpatía | genegenheid; toegenegenheid | aardigheid; genegenheid; goedaardigheid; hartelijkheid; inclinatie; ingenomenheid; innemendheid; sympathie; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid |
Verwante woorden van "toegenegenheid":
toegenegenheid vorm van toegenegen:
-
toegenegen (geliefd; lief; dierbaar; bemind)
-
toegenegen (dierbaar; favoriete; lievelings; geselecteerd; verkoren)
querida; favorito; querido; cariñoso; amable; amado; preferido; escogido; preciado; exclusivo; privilegiado; preferente; exclusive-
querida bijvoeglijk naamwoord
-
favorito bijvoeglijk naamwoord
-
querido bijvoeglijk naamwoord
-
cariñoso bijvoeglijk naamwoord
-
amable bijvoeglijk naamwoord
-
amado bijvoeglijk naamwoord
-
preferido bijvoeglijk naamwoord
-
escogido bijvoeglijk naamwoord
-
preciado bijvoeglijk naamwoord
-
exclusivo bijvoeglijk naamwoord
-
privilegiado bijvoeglijk naamwoord
-
preferente bijvoeglijk naamwoord
-
exclusive bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor toegenegen:
Verwante woorden van "toegenegen":
Wiktionary: toegenegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toegenegen | → afectuoso; cariñoso | ↔ affectueux — Qui montre de l’affection, de l’amour. |
• toegenegen | → acomodado; adecuado; útil; utilizable | ↔ propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre. |