Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tochten:
  2. tocht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tochten (Nederlands) in het Spaans

tochten:

tochten werkwoord (tocht, tochtt, tochtte, tochtten, getocht)

  1. tochten

Conjugations for tochten:

o.t.t.
  1. tocht
  2. tochtt
  3. tochtt
  4. tochten
  5. tochten
  6. tochten
o.v.t.
  1. tochtte
  2. tochtte
  3. tochtte
  4. tochtten
  5. tochtten
  6. tochtten
v.t.t.
  1. heb getocht
  2. hebt getocht
  3. heeft getocht
  4. hebben getocht
  5. hebben getocht
  6. hebben getocht
v.v.t.
  1. had getocht
  2. had getocht
  3. had getocht
  4. hadden getocht
  5. hadden getocht
  6. hadden getocht
o.t.t.t.
  1. zal tochten
  2. zult tochten
  3. zal tochten
  4. zullen tochten
  5. zullen tochten
  6. zullen tochten
o.v.t.t.
  1. zou tochten
  2. zou tochten
  3. zou tochten
  4. zouden tochten
  5. zouden tochten
  6. zouden tochten
en verder
  1. ben getocht
  2. bent getocht
  3. is getocht
  4. zijn getocht
  5. zijn getocht
  6. zijn getocht
diversen
  1. tocht!
  2. tochtt!
  3. getocht
  4. tochtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tochten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haber corriente tochten

Verwante woorden van "tochten":


tochten vorm van tocht:

tocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tocht (luchtzuiging; trek)
    la corriente de aire; la corriente; la succión de aire
  2. de tocht (reis; expeditie; trektocht; )
    el viaje; el pasaje; la excursión
    • viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pasaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • excursión [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de tocht (uitstapje; reis; excursie; )
    la excursión; el paseo; el recorrido

Vertaal Matrix voor tocht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corriente luchtzuiging; tocht; trek instroming; instroom; toestroom
corriente de aire luchtzuiging; tocht; trek luchtstroom
excursión dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; tocht; toer; tournee; trektocht; uitstapje dagtocht; excursie; ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
pasaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; overtocht; overvaart; pasje; passage; passus; zeereis
paseo dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje allee; avenue; boulevard; dreef; kuier; kuiergang; laan; loopje; omloop; ommetje; promenade; rijtochtje; rijtoer; rit; ronde; rondreis; rondrit; rondwandeling; slentergang; slentergangetje; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitje; voetreis; voettocht; wandeling; wandeltocht
recorrido dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje baan; parcours; rondtocht
succión de aire luchtzuiging; tocht; trek
viaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagtocht; excursie; reis; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corriente actuele; courant; eigentijds; futiel; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; hedendaags; hedendaagse; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lopend; modern; nietsbetekenend; nietszeggend; normaal; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; onedel; triviaal; weinigzeggend
recorrido afgereisd; bereisd

Verwante woorden van "tocht":


Verwante definities voor "tocht":

  1. brede sloot1
    • deze tocht komt uit in het meer1
  2. koude luchtstroom als twee ramen of deuren openstaan1
    • doe deur dicht, ik zit op de tocht1
  3. wandeling of rit1
    • we maakten een tocht door de bossen1

Wiktionary: tocht

tocht
noun
  1. luchtbeweging ontstaan door openingen
  2. trekken of reizen

Cross Translation:
FromToVia
tocht corriente de aire Zugluft — unangenehm empfundene Luftbewegung
tocht viaje trip — a journey
tocht excursión randonnée — Longue promenade, excursion... (Sens général).