Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tinten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tintte (Nederlands) in het Spaans

tintte vorm van tinten:

tinten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tinten (kleurtjes)
    el colorcitos; el tientes

tinten werkwoord (tint, tintte, tintten, getint)

  1. tinten (kleuren)
    teñir; colorear

Conjugations for tinten:

o.t.t.
  1. tint
  2. tint
  3. tint
  4. tinten
  5. tinten
  6. tinten
o.v.t.
  1. tintte
  2. tintte
  3. tintte
  4. tintten
  5. tintten
  6. tintten
v.t.t.
  1. heb getint
  2. hebt getint
  3. heeft getint
  4. hebben getint
  5. hebben getint
  6. hebben getint
v.v.t.
  1. had getint
  2. had getint
  3. had getint
  4. hadden getint
  5. hadden getint
  6. hadden getint
o.t.t.t.
  1. zal tinten
  2. zult tinten
  3. zal tinten
  4. zullen tinten
  5. zullen tinten
  6. zullen tinten
o.v.t.t.
  1. zou tinten
  2. zou tinten
  3. zou tinten
  4. zouden tinten
  5. zouden tinten
  6. zouden tinten
en verder
  1. ben getint
  2. bent getint
  3. is getint
  4. zijn getint
  5. zijn getint
  6. zijn getint
diversen
  1. tint!
  2. tintt!
  3. getint
  4. tintend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tinten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colorcitos kleurtjes; tinten
tientes kleurtjes; tinten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colorear kleuren; tinten blozen; gloeien; inkleuren; kleuren; rood worden
teñir kleuren; tinten beschilderen; inkleuren; lakken; schilderen; verven

Verwante woorden van "tinten":