Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tin:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tin (Nederlands) in het Spaans

tin:

tin [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tin (metaal; blik)
    el metal; la pala; el gesto
    • metal [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pala [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gesto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. het tin

Vertaal Matrix voor tin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gesto blik; metaal; tin aanwijzing; gebaar; geste; grijns; grijnslach; grimas; penbeweging; sneer; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
metal blik; metaal; tin metaal
pala blik; metaal; tin grijparm; hakhout; paddel; peddel; schep; scheplepel; schoep van een scheprad; schop; slaghout; spade; vangarm
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
estaño tin

Verwante woorden van "tin":


Wiktionary: tin

tin
noun
  1. scheikundig element

Cross Translation:
FromToVia
tin estaño ZinnChemie: chemisches Element der Ordnungszahl 50; silberweißes, leicht formbares Metall
tin estaño tin — element
tin estaño étain — Métal