Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. teruggetrokken:
  2. terugtrekken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teruggetrokken (Nederlands) in het Spaans

teruggetrokken:

teruggetrokken bijvoeglijk naamwoord

  1. teruggetrokken (eenzelvig; introvert; mensenschuw; eenkennig)
    retraído; tímido; reservado; asustadizo; insociable; retirado

Vertaal Matrix voor teruggetrokken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retirado AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asustadizo eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken kopschuw; schichtig; schrikachtig; schuw; vreesachtig
insociable eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken asociaal; bedeesd; beschroomd; bleu; onmaatschappelijk; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
reservado eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken afzijdig; besproken; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; opzijgezet; terughoudend; terughoudende
retirado eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken ingetrokken; uitgelopen; uitgelopen van vergadering; uitgetreden
retraído eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; ingetrokken; koel; schichtig; schrikachtig; terughoudend; terughoudende; vreesachtig
tímido eenkennig; eenzelvig; introvert; mensenschuw; teruggetrokken bedeesd; beschroomd; bevangen; bleu; gegeneerd; kopschuw; schichtig; schrikachtig; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen; vreesachtig

Verwante woorden van "teruggetrokken":


Wiktionary: teruggetrokken


Cross Translation:
FromToVia
teruggetrokken modesto modeste — Qui a de la retenue, de la modération, qui ne donner dans aucun excès.

terugtrekken:

terugtrekken werkwoord (trek terug, trekt terug, trok terug, trokken terug, teruggetrokken)

  1. terugtrekken (aftreden; uittreden)
    retirar; retirarse; dimitir del cargo; cesar; retroceder; dimitir

Conjugations for terugtrekken:

o.t.t.
  1. trek terug
  2. trekt terug
  3. trekt terug
  4. trekken terug
  5. trekken terug
  6. trekken terug
o.v.t.
  1. trok terug
  2. trok terug
  3. trok terug
  4. trokken terug
  5. trokken terug
  6. trokken terug
v.t.t.
  1. heb teruggetrokken
  2. hebt teruggetrokken
  3. heeft teruggetrokken
  4. hebben teruggetrokken
  5. hebben teruggetrokken
  6. hebben teruggetrokken
v.v.t.
  1. had teruggetrokken
  2. had teruggetrokken
  3. had teruggetrokken
  4. hadden teruggetrokken
  5. hadden teruggetrokken
  6. hadden teruggetrokken
o.t.t.t.
  1. zal terugtrekken
  2. zult terugtrekken
  3. zal terugtrekken
  4. zullen terugtrekken
  5. zullen terugtrekken
  6. zullen terugtrekken
o.v.t.t.
  1. zou terugtrekken
  2. zou terugtrekken
  3. zou terugtrekken
  4. zouden terugtrekken
  5. zouden terugtrekken
  6. zouden terugtrekken
en verder
  1. ben teruggetrokken
  2. bent teruggetrokken
  3. is teruggetrokken
  4. zijn teruggetrokken
  5. zijn teruggetrokken
  6. zijn teruggetrokken
diversen
  1. trek terug!
  2. trekt terug!
  3. teruggetrokken
  4. terugtrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terugtrekken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
retirar terugroepen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cesar aftreden; terugtrekken; uittreden halt houden; heengaan; hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen; verlaten; vertrekken
dimitir aftreden; terugtrekken; uittreden ontslag nemen; uittreden; zich terugtrekken
dimitir del cargo aftreden; terugtrekken; uittreden
retirar aftreden; terugtrekken; uittreden afhalen; afnemen; herroepen; meenemen; ophalen; terugroepen; weghalen; wegnemen; zich verwijderen
retirarse aftreden; terugtrekken; uittreden achteruitdeinzen; achteruitgaan; afhaken; afkoppelen; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; heengaan; loskrijgen; losmaken; lostornen; ontslag nemen; op de achtergrond treden; opgeven; ophouden; stoppen; terugdeinzen; terugschrikken; terugtreden; terugwijken; tornen; uithalen; uittreden; uittrekken; verlaten; vertrekken; zich terugtrekken
retroceder aftreden; terugtrekken; uittreden achteruitdeinzen; achteruitgaan; ontslag nemen; op de achtergrond treden; retourneren; terugdeinzen; terugkeren; terugschrikken; terugtreden; terugwijken; uittreden; zich terugtrekken

Wiktionary: terugtrekken


Cross Translation:
FromToVia
terugtrekken alejarse recede — move back, move away
terugtrekken echarse atrás recoil — to pull back, especially in disgust, horror or astonishment
terugtrekken derogar repeal — to cancel
terugtrekken rescindir; cancelar; anular rescind — repeal, annul, or declare void
terugtrekken envainar sheath — put (a sword) into its sheath
terugtrekken retirar withdraw — pull back
terugtrekken retirar; recuperar; arrancar retirertirer à nouveau.