Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. terug:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terug (Nederlands) in het Spaans

terug:

terug bijwoord

  1. terug (achterwaarts; achteruit; naar achter; rugwaarts; naar achteren)
    atrás; detrás; hacia atrás; de espaldas
  2. terug (achterwaarts; achteruit; retour)
    atrás; hacia atrás

Vertaal Matrix voor terug:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug achter; achteraan; achterop; averechts; daarachter; erachter; hierachter; verkeerd
de espaldas achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug achteren; achterover; ruggelings
detrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug achter; achteren; achterna; achterop; averechts; daarachter; erachter; hierachter; verkeerd
hacia atrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug achteren; achterover

Antoniemen van "terug":


Verwante definities voor "terug":

  1. er vandaan1
    • we moeten terug, het wordt donker1
  2. geleden1
    • een tijdje terug heeft hij me geld geleend1
  3. wisselgeld retour1
    • heeft u terug van 100 gulden?1

Wiktionary: terug

terug
adverb
  1. alweer, opnieuw

Cross Translation:
FromToVia
terug atrás back — to or in a previous condition or place

Verwante vertalingen van terug