Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
excéntrico
|
|
eigenaardige; rare; zonderling
|
extremista
|
|
extremist
|
extremo
|
|
buitenspeler; eindpunt; grens; lagereind; licht bier; limiet; pils; rand; speler buitenshuis; uiteinde; uiterste; ultra; zoom
|
superior
|
|
baas; chef; hoofd; meerdere; superieur; voorman; werkbaas
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mucho
|
|
heel veel; veel
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
extremo
|
|
eindpunt
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en extremo
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
zeerste
|
especial
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; exclusief; merkwaardig; ongewoon; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; speciaal; typisch; uniek; vreemd; zonderling
|
excéntrico
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; buitenissig; excentriek; extravagant; typisch; vreemd
|
extraordinariamente
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; uitzonderlijke; vreemd; zonderling
|
extraordinario
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; barbaars; beestachtig; bijzonder; bizar; bruut; buitengemeen; buitenissig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; extra; fenomenaal; hoogst; inhumaan; legendarisch; merkwaardig; miraculeus; monsterlijk; niet gewend; ongemeen; ongewoon; onmenselijk; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; opzienbarend; raar; schaars; toegevoegd; typisch; uitzonderlijk; uitzonderlijke; uniek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; vreemd; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; wreed; zeer; zeerste; zelden; zeldzaam; zonderling
|
extravagante
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
absurd; apart; barok; belachelijk; bespottelijk; bijzonder; bizar; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; grillig; lachwekkend; luxueus; merkwaardig; nukkig; onberekenbaar; ongerijmd; ongewoon; onvoorspelbaar; overmatig; overspannen; overwerkt; typisch; vreemd; weelderig; wispelturig; zonderling
|
extremadamente
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
buitengemeen; extreem; hoogst; ultra; zeer; zeerste
|
extremado
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
extreem; ultra
|
extremista
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
extreem; extremistisch; extremistische; radicaal; radicale; ultra
|
extremo
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; enorm; extravagant; extreem; godgeklaagd; hemeltergend; mateloos; ontiegelijk; overmatig; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; tomeloos; uitermate; ultra; verfoeilijk; week; zeer ergerlijk; zeerste; zwak
|
lamentable
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
akelig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; gedrukt; haveloos; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rampzalig; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; verdrietig; verlopen; week; zwak
|
lo sumo
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
pijnlijk; zeer; zeerste
|
lo supremo
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
allerhoogst; hoogst; opperst; pijnlijk; zeer; zeerste
|
mucho
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
boordevol; dikwijls; frequent; hard; hardop; intens; intensief; luid; meermaals; menigmaal; pijnlijk; regelmatig; vaak; veel; veelvuldig; volop; zeer; zeerste
|
muy
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
behoorlijk; behoorlijke; dikwijls; erg; fantastisch; formidabel; frequent; geducht; geweldig; hard; hardop; in hoge mate; intens; intensief; luid; meermaals; menigmaal; pijnlijk; prachtig; regelmatig; vaak; veel; veelvuldig; zeer; zeerste
|
particular
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
apart; autochtoon; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; inheems; inlands; karakteristiek; kenmerkend; merkwaardig; ongewoon; particulier; tekenend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
|
sobremanera
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
zeerste
|
sumamente
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bijzonder; buitengewoon; ergst; extreem; grootst; hoogst; maximaal; meest; uiterst; zeerste
|
superior
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
bovenst; bovenste; groter; hoger; hogere; hoog geplaatst; hoogste; magistraal; meesterlijk; opperst; opperste; superieur; voornaamst
|
supremo
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
allerhoogst; bovenst; bovenste; hoogst; hoogste; opperst; opperste; pijnlijk; voornaamst; zeer; zeerste
|