Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ten val komen (Nederlands) in het Spaans
ten val komen:
-
ten val komen (op zijn bek gaan; vallen; onderuitgaan)
caer; fallar; dar con los huesos en el suelo; caerse de hocico; volcar; voltear; fracasar; resbalarse; salir fallido; frustrarse; salir mal; malograrse; irse al traste-
caer werkwoord
-
fallar werkwoord
-
dar con los huesos en el suelo werkwoord
-
caerse de hocico werkwoord
-
volcar werkwoord
-
voltear werkwoord
-
fracasar werkwoord
-
resbalarse werkwoord
-
salir fallido werkwoord
-
frustrarse werkwoord
-
salir mal werkwoord
-
malograrse werkwoord
-
irse al traste werkwoord
-
Conjugations for ten val komen:
o.t.t.
- kom ten val
- komt ten val
- komt ten val
- komen ten val
- komen ten val
- komen ten val
o.v.t.
- kwam ten val
- kwam ten val
- kwam ten val
- kwamen ten val
- kwamen ten val
- kwamen ten val
v.t.t.
- ben ten val gekomen
- bent ten val gekomen
- is ten val gekomen
- zijn ten val gekomen
- zijn ten val gekomen
- zijn ten val gekomen
v.v.t.
- was ten val gekomen
- was ten val gekomen
- was ten val gekomen
- waren ten val gekomen
- waren ten val gekomen
- waren ten val gekomen
o.t.t.t.
- zal ten val komen
- zult ten val komen
- zal ten val komen
- zullen ten val komen
- zullen ten val komen
- zullen ten val komen
o.v.t.t.
- zou ten val komen
- zou ten val komen
- zou ten val komen
- zouden ten val komen
- zouden ten val komen
- zouden ten val komen
diversen
- kom ten val!
- komt ten val!
- ten val gekomen
- ten val komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze