Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ten huwelijk geven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ten huwelijk geven (Nederlands) in het Spaans

ten huwelijk geven:

ten huwelijk geven werkwoord (geef ten huwelijk, geeft ten huwelijk, gaf ten huwelijk, gaven ten huwelijk, ten huwelijk gegeven)

  1. ten huwelijk geven (uithuwelijken; wegschenken; uithuwen)

Conjugations for ten huwelijk geven:

o.t.t.
  1. geef ten huwelijk
  2. geeft ten huwelijk
  3. geeft ten huwelijk
  4. geven ten huwelijk
  5. geven ten huwelijk
  6. geven ten huwelijk
o.v.t.
  1. gaf ten huwelijk
  2. gaf ten huwelijk
  3. gaf ten huwelijk
  4. gaven ten huwelijk
  5. gaven ten huwelijk
  6. gaven ten huwelijk
v.t.t.
  1. heb ten huwelijk gegeven
  2. hebt ten huwelijk gegeven
  3. heeft ten huwelijk gegeven
  4. hebben ten huwelijk gegeven
  5. hebben ten huwelijk gegeven
  6. hebben ten huwelijk gegeven
v.v.t.
  1. had ten huwelijk gegeven
  2. had ten huwelijk gegeven
  3. had ten huwelijk gegeven
  4. hadden ten huwelijk gegeven
  5. hadden ten huwelijk gegeven
  6. hadden ten huwelijk gegeven
o.t.t.t.
  1. zal ten huwelijk geven
  2. zult ten huwelijk geven
  3. zal ten huwelijk geven
  4. zullen ten huwelijk geven
  5. zullen ten huwelijk geven
  6. zullen ten huwelijk geven
o.v.t.t.
  1. zou ten huwelijk geven
  2. zou ten huwelijk geven
  3. zou ten huwelijk geven
  4. zouden ten huwelijk geven
  5. zouden ten huwelijk geven
  6. zouden ten huwelijk geven
en verder
  1. ben ten huwelijk gegeven
  2. bent ten huwelijk gegeven
  3. is ten huwelijk gegeven
  4. zijn ten huwelijk gegeven
  5. zijn ten huwelijk gegeven
  6. zijn ten huwelijk gegeven
diversen
  1. geef ten huwelijk!
  2. geeft ten huwelijk!
  3. ten huwelijk gegeven
  4. ten huwelijk gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ten huwelijk geven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casar una persona a su hijo ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; wegschenken
casarse ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; wegschenken huwen; in het huwelijk treden; trouwen; zich in de echt verbinden; zich verbinden

Verwante vertalingen van ten huwelijk geven