Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. telling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telling (Nederlands) in het Spaans

telling:

telling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de telling
    la cuenta; el recuento; la suma
    • cuenta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • recuento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • suma [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de telling
    el censo
    • censo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor telling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
censo telling volkstelling
cuenta telling Windows Live-account; account; afrekening; bankrekening; factuur; nota; rekening; rekenschap; tel; tellen; zakelijke account
recuento telling hertelling
suma telling bedrag; financiële middelen; fortuin; geldmiddelen; grote som geld; kapitaal; somma

Verwante woorden van "telling":

  • tellingen

Wiktionary: telling


Cross Translation:
FromToVia
telling cuenta count — the act of counting
telling conteo count — the result of a tally that reveals the number of items in a set
telling inventario recensementdénombrement ou inventaire de personnes, d’effets, de suffrages, etc.

Computer vertaling door derden: