Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. telegraferen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telegraferen (Nederlands) in het Spaans

telegraferen:

telegraferen werkwoord (telegrafeer, telegrafeert, telegrafeerde, telegrafeerden, getelegrafeerd)

  1. telegraferen

Conjugations for telegraferen:

o.t.t.
  1. telegrafeer
  2. telegrafeert
  3. telegrafeert
  4. telegraferen
  5. telegraferen
  6. telegraferen
o.v.t.
  1. telegrafeerde
  2. telegrafeerde
  3. telegrafeerde
  4. telegrafeerden
  5. telegrafeerden
  6. telegrafeerden
v.t.t.
  1. heb getelegrafeerd
  2. hebt getelegrafeerd
  3. heeft getelegrafeerd
  4. hebben getelegrafeerd
  5. hebben getelegrafeerd
  6. hebben getelegrafeerd
v.v.t.
  1. had getelegrafeerd
  2. had getelegrafeerd
  3. had getelegrafeerd
  4. hadden getelegrafeerd
  5. hadden getelegrafeerd
  6. hadden getelegrafeerd
o.t.t.t.
  1. zal telegraferen
  2. zult telegraferen
  3. zal telegraferen
  4. zullen telegraferen
  5. zullen telegraferen
  6. zullen telegraferen
o.v.t.t.
  1. zou telegraferen
  2. zou telegraferen
  3. zou telegraferen
  4. zouden telegraferen
  5. zouden telegraferen
  6. zouden telegraferen
en verder
  1. ben getelegrafeerd
  2. bent getelegrafeerd
  3. is getelegrafeerd
  4. zijn getelegrafeerd
  5. zijn getelegrafeerd
  6. zijn getelegrafeerd
diversen
  1. telegrafeer!
  2. telegrafeert!
  3. getelegrafeerd
  4. telegraferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor telegraferen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
telegrafiar telegraferen

Wiktionary: telegraferen

telegraferen
verb
  1. per telegraaf berichten

Cross Translation:
FromToVia
telegraferen depositar déposer — Traductions à trier suivant le sens