Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
meteen; tegelijk
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
a la vez
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
alsmede; alsook; evenals; eveneens; evenzeer; gelijktijdig; mede; ook; simultaan; tegelijk; tevens
|
al igual que
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
als ook; alsmede; alsook; analoog; desgelijks; dito; eender; eenvormig; evenals; eveneens; evenzeer; evenzo; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; mede; net zo; ook; op dezelfde wijze; precies zo; soortgelijk; tevens
|
al mismo tiempo
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
alsmede; alsook; dadelijk; direct; evenals; eveneens; evenzeer; gelijk; gelijktijdig; mede; meteen; onmiddellijk; ook; op hetzelfde moment; simultaan; tegelijk; terstond; terwijl; terzelfder tijd; tevens; tezelfdertijd
|
análogo
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
analoog; desgelijks; dito; eender; eenvormig; evenzo; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; hetzelfde; identiek; net zo; ook; op dezelfde wijze; precies zo; soortgelijk
|
de inmediato
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
dadelijk; desgelijks; direct; directe; dito; evenzo; gelijk; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; ook; op dezelfde wijze; op staande voet; precies zo; prompt; subiet; terstond; zo meteen
|
en el acto
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
dadelijk; direct; directe; gelijk; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; op staande voet; prompt; subiet; terstond
|
en seguida
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
dadelijk; direct; directe; dra; eerstdaags; gauw; gelijk; gezwind; haastig; ijlings; later; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; prompt; spoedig; straks; subiet; terstond; weldra; zo meteen; zometeen
|
igualmente
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
alsmede; alsook; eender; evenals; eveneens; evenzeer; gelijk; hetzelfde; idem; insgelijks; mede; om het even; ook; tevens
|
inmediatamente
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
aanstonds; dadelijk; direct; directe; gauw; gelijk; gezwind; meteen; onmiddellijk; onverwijld; prompt; subiet; terstond; zo meteen
|
instantáneamente
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
dadelijk; direct; directe; gelijk; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; prompt; subiet; terstond; zo meteen
|
por igual
|
gelijktijdig; tegelijk; tegelijkertijd
|
|