Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tandholte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tandholte (Nederlands) in het Spaans

tandholte:

tandholte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de tandholte (tandkas)
    el calentador; la cavidad dental; la cavidad; la concavidad

Vertaal Matrix voor tandholte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calentador tandholte; tandkas elektrische geiser; gasgeiser; geiser; heetwatergeiser; heetwatertoestel; kachel; verwarming; warme springbron
cavidad tandholte; tandkas hol; holle ruimte; holte; muurnis; niche; nis; uitholling
cavidad dental tandholte; tandkas
concavidad tandholte; tandkas holheid; holte; leegheid; niche; nis; voosheid

Verwante woorden van "tandholte":

  • tandholten, tandholtes

Wiktionary: tandholte


Cross Translation:
FromToVia
tandholte alveolo; alvéolo alvéole — cavité recevant la racine d'une dent