Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sulligheid:
  2. sullig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sulligheid (Nederlands) in het Spaans

sulligheid:

sulligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de sulligheid (slapheid; zwakte; zwakheid; )
    la debilidad; la fatiga; la flojera; la fragilidad; el flojedad; la estupidez; la inactividad

Vertaal Matrix voor sulligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
debilidad krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte broosheid; gebrek; geen kracht hebben; gevoeligheid; impotentie; krachteloosheid; kwetsbaarheid; machteloosheid; manco; onmacht; onvermogen; slapte; teerheid; zwakheid
estupidez krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte absurditeit; achterlijkheid; blunder; doofstomheid; dwaasheid; enormiteit; geesteloosheid; geestesziekte; gekheid; gekkenwerk; gekkigheid; gekte; idioterie; kinderlijkheid; krankzinnigheid; naïveteit; naïviteit; onbenulligheid; onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid; ongerijmdheid; onnozelheid; onverstand; onwetendheid; onzinnigheid; simpelheid; stomheid; stompzinnigheid; waanzin; zotheid
fatiga krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte afmatting; moeheid; uitputtendheid; uitputting; vermoeidheid; volledigheid
flojedad krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte flauwheid; geen kracht hebben; malaise; onmacht; slapheid; slapte; weekte; zonder veel smaak
flojera krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte flauwheid; zonder veel smaak
fragilidad krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte breekbaarheid; broosheid; teerheid; zwakheid
inactividad krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte

Verwante woorden van "sulligheid":


sullig:

sullig bijvoeglijk naamwoord

  1. sullig
    bobalicón; simplote

Vertaal Matrix voor sullig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobalicón sullig
simplote sullig achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; naief; onbenullig; onnozel; onverstandig; onvolwaardig; stompzinnig; stupide; verstandeloos

Verwante woorden van "sullig":