Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- stukje:
-
stuk:
- parte; pieza; sección; ración; fracción; porción; quebrado; ruptura; estatura; fragmento; fractura; quebradura; lote; rotura; elemento básico; componente fundamental; hombre muy guapo; mujer muy guapa; belleza; espectáculo; obra de teatro; tragedia; cañón; cañones; artillería; tía buena; tío bueno; persona guapa; publicación
- dañado; averiado; a pedazos; en pedazos; no funciona; roto; defectuoso; desarreglado; estropeado; descompuesto; destrozado; quebrado; arruinado; hecho pedazos; hecho trizas
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stukje (Nederlands) in het Spaans
stukje:
-
het stukje (fragmentje; klein stukje; snippertje; brokje; eindje; partje)
Vertaal Matrix voor stukje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pedacito | brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje | klein beetje; zweem; zweempje |
trocito | brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje | brokje; klein beetje; kleine brok; zweem; zweempje |
Verwante woorden van "stukje":
Wiktionary: stukje
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stukje | → pedazo; trozo; pieza; parte | ↔ fragment — morceau de quelque chose qui casser, briser, séparer de son tout. |
• stukje | → pedazo; trozo; pieza; parte | ↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger. |
• stukje | → obra; parche; acta; certificado; acto; trozo; parte | ↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout. |
stuk:
-
het stuk (gedeelte; deel; part; fractie)
-
het stuk (basisbestanddeel; onderdeel; component; deel; bestanddeel; ingrediënt; element; fractie)
-
het stuk (spetter; kanjer)
-
het stuk (toneelstuk; schouwspel; drama)
-
het stuk (gewichtstuk; kanon)
-
het stuk (mooi persoon)
-
het stuk (publicatie; artikel)
la publicación
-
stuk (beschadigd; kapot; gebarsten)
-
stuk (aan stukken; kapot; gebroken; defect; onklaar; in stukken)
en pedazos-
en pedazos bijvoeglijk naamwoord
-
-
stuk (buiten gebruik; defect; onklaar)
no funciona; roto; defectuoso; desarreglado; estropeado; averiado-
no funciona bijvoeglijk naamwoord
-
roto bijvoeglijk naamwoord
-
defectuoso bijvoeglijk naamwoord
-
desarreglado bijvoeglijk naamwoord
-
estropeado bijvoeglijk naamwoord
-
averiado bijvoeglijk naamwoord
-
-
stuk (aan stukken; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen)
descompuesto; roto; destrozado; estropeado; quebrado; arruinado; a pedazos; hecho pedazos-
descompuesto bijvoeglijk naamwoord
-
roto bijvoeglijk naamwoord
-
destrozado bijvoeglijk naamwoord
-
estropeado bijvoeglijk naamwoord
-
quebrado bijvoeglijk naamwoord
-
arruinado bijvoeglijk naamwoord
-
a pedazos bijvoeglijk naamwoord
-
hecho pedazos bijvoeglijk naamwoord
-
-
stuk (aan scherven; kapot; gebroken)
roto; quebrado; hecho trizas-
roto bijvoeglijk naamwoord
-
quebrado bijvoeglijk naamwoord
-
hecho trizas bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stuk:
Verwante woorden van "stuk":
Synoniemen voor "stuk":
Antoniemen van "stuk":
Verwante definities voor "stuk":
Wiktionary: stuk
stuk
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuk | → nena; nene | ↔ baby — form of address to a man or a woman considered to be attractive |
• stuk | → pedazo; trozo | ↔ chunk — a part of something |
• stuk | → corte | ↔ cut — slab of meat |
• stuk | → ítem | ↔ item — distinct physical object |
• stuk | → gota; porción | ↔ morsel — small fragment |
• stuk | → pieza; pedazo | ↔ piece — part of a larger whole |
• stuk | → pieza; troncho; pedazo; trozo | ↔ Stück — ein Teil eines Ganzen |
• stuk | → parte | ↔ Teil — oft im Zusammenhang mit leblosen Gegenständen: ein Element, Stück eines Ganzen |
• stuk | → sección; párrafo | ↔ Abschnitt — ein Teil eines Textes |
• stuk | → belleza | ↔ beauté — Qualité de ce qui est beau, de ce qui est esthétique à la perception |
• stuk | → acta; certificado; acto; documento | ↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement. |
• stuk | → pieza; pedazo | ↔ pièce — Partie d’un ensemble |