Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stuiven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stuiven (Nederlands) in het Spaans

stuiven:

stuiven werkwoord (stuif, stuift, stoof, stoven, gestoven)

  1. stuiven

Conjugations for stuiven:

o.t.t.
  1. stuif
  2. stuift
  3. stuift
  4. stuiven
  5. stuiven
  6. stuiven
o.v.t.
  1. stoof
  2. stoof
  3. stoof
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
v.t.t.
  1. heb gestoven
  2. hebt gestoven
  3. heeft gestoven
  4. hebben gestoven
  5. hebben gestoven
  6. hebben gestoven
v.v.t.
  1. had gestoven
  2. had gestoven
  3. had gestoven
  4. hadden gestoven
  5. hadden gestoven
  6. hadden gestoven
o.t.t.t.
  1. zal stuiven
  2. zult stuiven
  3. zal stuiven
  4. zullen stuiven
  5. zullen stuiven
  6. zullen stuiven
o.v.t.t.
  1. zou stuiven
  2. zou stuiven
  3. zou stuiven
  4. zouden stuiven
  5. zouden stuiven
  6. zouden stuiven
en verder
  1. ben gestoven
  2. bent gestoven
  3. is gestoven
  4. zijn gestoven
  5. zijn gestoven
  6. zijn gestoven
diversen
  1. stuif!
  2. stuift!
  3. gestoven
  4. stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispersarse stuiven uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; voortwoekeren; zich verder verspreiden
levantar polvo stuiven

Wiktionary: stuiven


Cross Translation:
FromToVia
stuiven brotar; surgir jaillirsortir impétueusement, parler surtout de l’eau ou de tout autre fluide.

Verwante vertalingen van stuiven