Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stuitjes:
  2. stuit:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stuitjes (Nederlands) in het Spaans

stuitjes:

stuitjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. stuitjes (stuiten)
    la mitra; la obispillo; la rabilla; la curcusilla

Vertaal Matrix voor stuitjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curcusilla stuiten; stuitjes
mitra stuiten; stuitjes klamp; liturgisch hoofddeksel; mijt; mijter
obispillo stuiten; stuitjes
rabilla stuiten; stuitjes

Verwante woorden van "stuitjes":


stuitjes vorm van stuit:

stuit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stuit (kruis anatomie)
    el sobrecincho; la entrepierna
  2. de stuit (staartstuk)
    el bache; la abertura
    • bache [el ~] zelfstandig naamwoord
    • abertura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stuit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abertura staartstuk; stuit aanvang; achterbuurt; begin; buurtschap; doorkijk; eerlijkheid; gat; gehucht; gribus; insnijding; inzet; kijkje; kloof; krottenbuurt; krottenwijk; lek; lekken; onbevangenheid; openhartigheid; openheid; opening; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; spleet; split; start; tussenruimte; uitsparing
bache staartstuk; stuit achterbuurt; buurtschap; gat; gehucht; gribus; inzakking; krottenbuurt; krottenwijk; kuil; malaise; onderkant; slapheid; slapte; uitholling
entrepierna kruis anatomie; stuit achterhand; kruisriem
sobrecincho kruis anatomie; stuit kruisriem

Verwante woorden van "stuit":


Wiktionary: stuit


Cross Translation:
FromToVia
stuit rebote bounce — movement up and down
stuit cóccix coccyx — vertebrae