Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stromend:
  2. stromen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stromend (Nederlands) in het Spaans

stromend:

stromend bijvoeglijk naamwoord

  1. stromend (vliedend; vloeiend; vlot)
    fluido; con soltura; desenvuelto

Vertaal Matrix voor stromend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluido het toestromen; het toevloeien; instroming; instroom; nat; nattigheid; rivier; stroom; toestroom; vloeistof; vocht; vochtigheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
con soltura stromend; vliedend; vloeiend; vlot flitsend; hip; modieus; snel; trendy; vlot
desenvuelto stromend; vliedend; vloeiend; vlot flitsend; gratis; kittig; kosteloos; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; pro deo; stoutmoedig; vlot; voor niets; vrijmoedig; vrijpostig; zonder kosten
fluido stromend; vliedend; vloeiend; vlot

stromen:

stromen werkwoord (stroom, stroomt, stroomde, stroomden, gestroomd)

  1. stromen (lopen; vloeien)
    correr; fluir; verter

Conjugations for stromen:

o.t.t.
  1. stroom
  2. stroomt
  3. stroomt
  4. stromen
  5. stromen
  6. stromen
o.v.t.
  1. stroomde
  2. stroomde
  3. stroomde
  4. stroomden
  5. stroomden
  6. stroomden
v.t.t.
  1. heb gestroomd
  2. hebt gestroomd
  3. heeft gestroomd
  4. hebben gestroomd
  5. hebben gestroomd
  6. hebben gestroomd
v.v.t.
  1. had gestroomd
  2. had gestroomd
  3. had gestroomd
  4. hadden gestroomd
  5. hadden gestroomd
  6. hadden gestroomd
o.t.t.t.
  1. zal stromen
  2. zult stromen
  3. zal stromen
  4. zullen stromen
  5. zullen stromen
  6. zullen stromen
o.v.t.t.
  1. zou stromen
  2. zou stromen
  3. zou stromen
  4. zouden stromen
  5. zouden stromen
  6. zouden stromen
en verder
  1. ben gestroomd
  2. bent gestroomd
  3. is gestroomd
  4. zijn gestroomd
  5. zijn gestroomd
  6. zijn gestroomd
diversen
  1. stroom!
  2. stroomt!
  3. gestroomd
  4. stromend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stromen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stromen
    la corrientes; el flujos

Vertaal Matrix voor stromen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
correr hardlopen; hollen; rennen; snellen; zich snel voortbewegen
corrientes stromen winden
flujos stromen voortvloeien
verter inschenken; leeggieten; uitgieten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
correr lopen; stromen; vloeien aantrekken; afdruipen; dichttrekken; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; gaan; hardlopen; hardrijden; jachten; jakkeren; lopen; opdrijven; ophitsen; opjagen; rennen; reppen; sijpelen; sjezen; snel gaan; snellen; spoeden; stappen; uitdruppelen; vlieden; vluchten; voortjagen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven; wegvluchten; zich voortbewegen
fluir lopen; stromen; vloeien in stralen lopen; vlieden; vloeien; vluchten; wegvluchten
verter lopen; stromen; vloeien afdruipen; afscheiden; afvoeren; deponeren; doneren; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; geven; gieten op; gunnen; gunst verlenen; ingieten; leegstorten; lozen; neerleggen; opgieten; ruimen; schenken; sijpelen; uitdruppelen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; vergieten

Verwante woorden van "stromen":


Verwante definities voor "stromen":

  1. in grote hoeveelheden voortbewegen1
    • het water stroomde door de rivier1

Wiktionary: stromen

stromen
verb
  1. voortbewegen van vloeistoffen

Cross Translation:
FromToVia
stromen fluir flow — to move as a fluid
stromen diluviar pour — to flow, pass or issue in or as a stream
stromen manar; chorrear couler — Traductions à trier suivant le sens