Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stoof:
  2. stuiven:
  3. stoven:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoof (Nederlands) in het Spaans

stoof:

stoof [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de stoof (voetenwarmer)
    el calientapiés

Vertaal Matrix voor stoof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calientapiés stoof; voetenwarmer

Verwante woorden van "stoof":


Wiktionary: stoof


Cross Translation:
FromToVia
stoof horno; estufa fire — heater or stove
stoof estufa étuve — Lieu où l'on élève à volonté la température pour provoquer la transpiration.

stoof vorm van stuiven:

stuiven werkwoord (stuif, stuift, stoof, stoven, gestoven)

  1. stuiven

Conjugations for stuiven:

o.t.t.
  1. stuif
  2. stuift
  3. stuift
  4. stuiven
  5. stuiven
  6. stuiven
o.v.t.
  1. stoof
  2. stoof
  3. stoof
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
v.t.t.
  1. heb gestoven
  2. hebt gestoven
  3. heeft gestoven
  4. hebben gestoven
  5. hebben gestoven
  6. hebben gestoven
v.v.t.
  1. had gestoven
  2. had gestoven
  3. had gestoven
  4. hadden gestoven
  5. hadden gestoven
  6. hadden gestoven
o.t.t.t.
  1. zal stuiven
  2. zult stuiven
  3. zal stuiven
  4. zullen stuiven
  5. zullen stuiven
  6. zullen stuiven
o.v.t.t.
  1. zou stuiven
  2. zou stuiven
  3. zou stuiven
  4. zouden stuiven
  5. zouden stuiven
  6. zouden stuiven
en verder
  1. ben gestoven
  2. bent gestoven
  3. is gestoven
  4. zijn gestoven
  5. zijn gestoven
  6. zijn gestoven
diversen
  1. stuif!
  2. stuift!
  3. gestoven
  4. stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stuiven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispersarse stuiven uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; voortwoekeren; zich verder verspreiden
levantar polvo stuiven

Wiktionary: stuiven


Cross Translation:
FromToVia
stuiven brotar; surgir jaillirsortir impétueusement, parler surtout de l’eau ou de tout autre fluide.

stoof vorm van stoven:

stoven werkwoord (stoof, stooft, stoofte, stooften, gestoofd)

  1. stoven
    estofar; cocerse

Conjugations for stoven:

o.t.t.
  1. stoof
  2. stooft
  3. stooft
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
o.v.t.
  1. stoofte
  2. stoofte
  3. stoofte
  4. stooften
  5. stooften
  6. stooften
v.t.t.
  1. heb gestoofd
  2. hebt gestoofd
  3. heeft gestoofd
  4. hebben gestoofd
  5. hebben gestoofd
  6. hebben gestoofd
v.v.t.
  1. had gestoofd
  2. had gestoofd
  3. had gestoofd
  4. hadden gestoofd
  5. hadden gestoofd
  6. hadden gestoofd
o.t.t.t.
  1. zal stoven
  2. zult stoven
  3. zal stoven
  4. zullen stoven
  5. zullen stoven
  6. zullen stoven
o.v.t.t.
  1. zou stoven
  2. zou stoven
  3. zou stoven
  4. zouden stoven
  5. zouden stoven
  6. zouden stoven
en verder
  1. ben gestoofd
  2. bent gestoofd
  3. is gestoofd
  4. zijn gestoofd
  5. zijn gestoofd
  6. zijn gestoofd
diversen
  1. stoof!
  2. stooft!
  3. gestoofd
  4. stovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stoven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cocerse stoven
estofar stoven iem. verstikken; op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen; verstikken

Verwante woorden van "stoven":