Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stijf (Nederlands) in het Spaans
stijf:
-
stijf (stram; stroef; houterig; stijve)
desgarbado; austero; de madera-
desgarbado bijvoeglijk naamwoord
-
austero bijvoeglijk naamwoord
-
de madera bijvoeglijk naamwoord
-
-
stijf (afgemeten praten)
parsimonioso-
parsimonioso bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stijf:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
austero | houterig; stijf; stijve; stram; stroef | eenvoudig; ingetogen; matig; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; sober; star; stemmig; stemmingsvol; stijfkoppig; strak; stug; taai; verstard; vlijmend; vlijmscherp |
de madera | houterig; stijf; stijve; stram; stroef | houten; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig |
desgarbado | houterig; stijf; stijve; stram; stroef | gebrekkig; knullig; krukkig; log; lomp; onbeholpen; onbeschoft; onhandig; onsierlijk van gedaante; plomp; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig |
parsimonioso | afgemeten praten; stijf | economisch; scherp; spaarzaam; star; strak; verstard; vlijmend; vlijmscherp; zuinig; zuinigjes |
Verwante woorden van "stijf":
Antoniemen van "stijf":
Verwante definities voor "stijf":
stijf vorm van stijven:
-
stijven (stijf maken)
agarrotar; atiesar; entumecerse; anquilosarse; quedarse rígido; poner rígido-
agarrotar werkwoord
-
atiesar werkwoord
-
entumecerse werkwoord
-
anquilosarse werkwoord
-
quedarse rígido werkwoord
-
poner rígido werkwoord
-
Conjugations for stijven:
o.t.t.
- stijf
- stijft
- stijft
- stijven
- stijven
- stijven
o.v.t.
- steef
- steef
- steef
- steven
- steven
- steven
v.t.t.
- heb gesteven
- hebt gesteven
- heeft gesteven
- hebben gesteven
- hebben gesteven
- hebben gesteven
v.v.t.
- had gesteven
- had gesteven
- had gesteven
- hadden gesteven
- hadden gesteven
- hadden gesteven
o.t.t.t.
- zal stijven
- zult stijven
- zal stijven
- zullen stijven
- zullen stijven
- zullen stijven
o.v.t.t.
- zou stijven
- zou stijven
- zou stijven
- zouden stijven
- zouden stijven
- zouden stijven
en verder
- ben gesteven
- bent gesteven
- is gesteven
- zijn gesteven
- zijn gesteven
- zijn gesteven
diversen
- stijf!
- stijft!
- gesteven
- stijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stijven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agarrotar | stijf maken; stijven | binden; knevelen; knopen; strikken; vastbinden; vastmaken |
anquilosarse | stijf maken; stijven | |
atiesar | stijf maken; stijven | kazen |
entumecerse | stijf maken; stijven | |
poner rígido | stijf maken; stijven | |
quedarse rígido | stijf maken; stijven | verstarren; verstenen; verstijven |
Wiktionary: stijven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stijven | → abastecer; proveer | ↔ munir — garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet. |
• stijven | → abastecer; proveer | ↔ pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général) |
• stijven | → alentar; animar | ↔ réconforter — relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral. |