Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stickers:
  2. sticker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stickers (Nederlands) in het Spaans

stickers:

stickers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stickers (plakplaatjes; plakkers; plakkertjes)
    el autoadhesivos; el cromos; el pegotines

Vertaal Matrix voor stickers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autoadhesivos plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
cromos plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
pegotines plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers aanplakkers

Verwante woorden van "stickers":


sticker:

sticker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sticker (label; etiket; plakker; plakkertje)
    la etiqueta; el rótulo; la pegatina; el adhesivo

Vertaal Matrix voor sticker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesivo etiket; label; plakker; plakkertje; sticker kleefmiddel; kleefpasta; plakmiddel
etiqueta etiket; label; plakker; plakkertje; sticker banderol; code; etiket; etiquette; fatsoensnormen; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; label; notitiemarkering; strook; tag
pegatina etiket; label; plakker; plakkertje; sticker aanplakker; plakker
rótulo etiket; label; plakker; plakkertje; sticker etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesivo klevend

Verwante woorden van "sticker":


Wiktionary: sticker


Cross Translation:
FromToVia
sticker etiqueta adhesiva; adhesivo; calcomanía; pegatina; etiqueta sticker — adhesive label or decal