Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. steunpilaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steunpilaar (Nederlands) in het Spaans

steunpilaar:

steunpilaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steunpilaar (toeverlaat; steun)
    el apoyo; el sostén
    • apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sostén [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor steunpilaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apoyo steun; steunpilaar; toeverlaat assistentie; bediening; bijstand; borstwering; dienstbetoon; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; leniging; medewerking; ondersteuning; ruggensteun; schoor; schraag; service; sociale bijstand; steun; steuntje; support; uitserveren; werkeloosheidsuitkering
sostén steun; steunpilaar; toeverlaat beha; bustehouder; houvast; ondersteuning; ruggensteun; schraagpijler; steun; steun en toeverlaat; stut; support; uitlaatklep

Verwante woorden van "steunpilaar":


Wiktionary: steunpilaar


Cross Translation:
FromToVia
steunpilaar pilar mainstay — a chief support
steunpilaar pilar; columna pilier — (architecture) maçonnerie|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.