Nederlands

Uitgebreide vertaling voor steun (Nederlands) in het Spaans

steun:

steun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de steun (toeverlaat; steunpilaar)
    el apoyo; el sostén
    • apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sostén [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. de steun (support; ondersteuning)
    el apoyo; el soporte; la ayuda; el auxilio; el mantenimiento; el socorro; la manutención; el servicio; el sostén; la asistencia; el entretenimiento; el auxilio social
  3. de steun (aansporing; aanmoediging; opwekking; aansporen; stimulans)
    el aliento; la estimulación; la animación; el estímulo; la activación; el envalentonamiento; la incitación
  4. de steun (houvast; ondersteuning)
    el apoyo; el sostenimiento; el respaldo; el asidero; el sostén; el agarrador; el agarradero
  5. de steun (ondersteuning)
    el apoyo; el soporte; la ayuda; el respaldo; el puntal
    • apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • soporte [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • respaldo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • puntal [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. de steun (hulp; ondersteuning; bijstand)
    la ayuda; el apoyo; el socorro; el respaldo
    • ayuda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • apoyo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • socorro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • respaldo [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. de steun (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; bijstand; hulp)
    el soporte; la asistencia; el subsidio de auxilio social; la ayuda; la solución; el auxilio; el subsidio; el paro social; la prestaciones por paro; el ayudante; la prestación; el consentimiento; la suavidad; el auxilio social; la prestación de ayuda; el subsidio de paro

Vertaal Matrix voor steun:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activación aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans activering; focus van besturing
agarradero houvast; ondersteuning; steun greep; handel; handgreep; handvat; hendel; looprek
agarrador houvast; ondersteuning; steun grijparm; grijper; looprek
aliento aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans adem; ademhaling; ademtocht; inademing; inhalatie; uitademing
animación aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans amusement; animatie; bemoediging; bevlogenheid; bezieling; blijheid; blijmoedigheid; drukte; enthousiasme; gedrang; geestdrift; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; levendigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; stimulering; toeloop; toevloed; uitgelatenheid; verlevendiging; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vrolijkheid
apoyo bijstand; houvast; hulp; ondersteuning; steun; steunpilaar; support; toeverlaat assistentie; bediening; bijstand; borstwering; dienstbetoon; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; leniging; medewerking; ruggensteun; schoor; schraag; service; sociale bijstand; steuntje; uitserveren; werkeloosheidsuitkering
asidero houvast; ondersteuning; steun greep; kolf; scheerlijn
asistencia bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun; support aanwezigheid; assistentie; bediening; bijstand; coöperatie; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; knecht; leniging; medewerking; ondersteuning; poetsvrouw; presentie; schoonmaakster; service; sociale bijstand; uitserveren; verschaffing; verzorging; voorziening; werkeloosheidsuitkering; werkster; zorg
auxilio bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun; support assistent; assistentie; bediening; bijstand; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; knecht; leniging; secondant; service; uitserveren
auxilio social bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun; support abw; assistentie; bediening; bijstand; bijstandsregeling; bz; dienstbetoon; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; ondersteuning; rww; service; sociale bijstand; uitkering; uitserveren; werkeloosheidsuitkering; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
ayuda bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun; support assistent; assistentie; bediening; bijstand; dienst; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpjes; hulpverlening; kerkviering; knecht; leniging; loopjongens; medewerking; mis; ondersteuning; poetsvrouw; schoonmaakster; schoor; schraag; secondant; service; sociale bijstand; uitserveren; werkeloosheidsuitkering; werkster
ayudante bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun arbeider; arbeidskracht; assistent; assistente; dienaar; dienstknecht; helper; hulp; hulpje; hulpjes; kantoorbediende; klerk; knecht; loopjongens; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; medewerkster; personeelslid; secondant; werkkracht; werknemer
consentimiento bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun accoord; akkoord; autorisatie; believen; bereidverklaring; content; fiat; gegevensverstrekking; genoegen; goeddunken; goedkeuring; goedvinden; instemming; machtiging; permissie; tevredenheid; toestemming; verklaring van bereidheid; verstrekking; volmacht; vrijbrief; welbevinden
entretenimiento ondersteuning; steun; support amusement; amuseren; elektrische ontlading; entertainment; gesprek; interview; liefhebberij; onderhoud; ontlading; samenspraak; speelkwartier; tijdverdrijf; vermaak; vermakelijkheid; vermaken; verstrooiing; vertier; vraaggesprek
envalentonamiento aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans
estimulación aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans aanzet; animering; bemoediging; instigatie; opwekking; prikkel; stimulering
estímulo aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans aanzet; animering; bemoediging; borrel; borreltje; gevoel; hartversterking; impuls; instigatie; instinct; intuïtie; opkikker; opkikkertje; opmontering; opvrolijking; opwekking; prikkel; stimulans; stimulatie; stimulering; vertroosting
incitación aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans aanmoediging; aansporing; aanstoken; animering; gepor; instigatie; ophitsen; opstoken; opstokerij; opwekking; prikkel; stimulans; stimulering
mantenimiento ondersteuning; steun; support behoud; conservatie; gesprek; handhaving; in goede staat houden; instandhouding; interview; onderhoud; samenspraak; status; verzorging; vraaggesprek
manutención ondersteuning; steun; support interview; leeftocht; praat; stut; vraaggesprek
paro social bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun sociale bijstand
prestaciones por paro bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun RWW; abw; bz; rww; werkeloosheidsuitkering; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
prestación bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun grote daad; prestatie; vergoeding; verrichting; werkeloosheidsuitkering
prestación de ayuda bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun assistentie; bijstand; dienstverlening; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening
puntal ondersteuning; steun schoor; schoorbalk; schraag; schuinse steunbalk; steunbalk; stut; stutbalk
respaldo bijstand; houvast; hulp; ondersteuning; steun assistentie; medewerking; ruggensteun; rugsteun; schoor; schraag; steuntje; stut; werkeloosheidsuitkering
servicio ondersteuning; steun; support assistentie; bediening; bijstand; dienst; dienstbetoon; diensten; dienstverlening; gedienstige handeling; gedienstigheid; hulpbetoon; instituut; klantendienst; klantenservice; onderhoudsbeurt; ondersteuning; opknapbeurt; service; uitserveren; voorkomendheid; wc
socorro bijstand; hulp; ondersteuning; steun; support assistentie; dienstverlening; leniging; schoor; schraag; sociale bijstand; stut
solución bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun antwoord; in vloeistof opgeloste stof; mengeling; menging; mêleren; oplossing; uitkomst; vermenging
soporte bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun; support abw; bz; chassis; commandovlag; norm; onderstel; ondersteuning; rww; schoor; schraag; standaard; statief; stut; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
sostenimiento houvast; ondersteuning; steun schoorbalken; steunen; stutten
sostén houvast; ondersteuning; steun; steunpilaar; support; toeverlaat beha; bustehouder; ruggensteun; schraagpijler; steun en toeverlaat; stut; uitlaatklep
suavidad bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun clementie; compassie; gevoeligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; hartelijkheid; innigheid; liefheid; liefkozing; mildheid; tederheid; welwillendheid; zachtheid; zoetheid
subsidio bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun bonus; extraatje; premie; sociale bijstand; tantième; toeslag; uitkering; werkeloosheidsuitkering
subsidio de auxilio social bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun bijstand; bijstandsuitkering; sociale bijstand; uitkering; werkeloosheidsuitkering
subsidio de paro bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun RWW; abw; bz; rww; uitkering; werkeloosheidsuitkering; werkloosheidsuitkering; werklozensteun; ww
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
ayuda help; online-Help
solución oplossing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
estímulo stimulans

Verwante woorden van "steun":


Verwante definities voor "steun":

  1. dat waarop iets anders rust1
    • de plank ligt op twee steunen1
  2. hulp die je krijgt bij problemen1
    • ik krijg veel steun van mijn zus1

Wiktionary: steun


Cross Translation:
FromToVia
steun boterete; contrafuerte buttress — brick or stone structure built against another structure to support it
steun soporte; apoyo support — something which supports
steun apoyo support — financial or other help
steun apoyo; respaldo appui — Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc.

steun vorm van steunen:

steunen werkwoord (steun, steunt, steunde, steunden, gesteund)

  1. steunen (stutten; ondersteunen; schoren; dragen; schragen)
    soportar; apoyar; poner puntales; sujetar; apuntalar
  2. steunen (ondersteunen; rugsteunen)
    apoyar; sostener
  3. steunen (gelijk geven; bijvallen)
  4. steunen (kreunen)
    gemir; gimotear
  5. steunen (instemmen; rugsteunen; bijvallen)

Conjugations for steunen:

o.t.t.
  1. steun
  2. steunt
  3. steunt
  4. steunen
  5. steunen
  6. steunen
o.v.t.
  1. steunde
  2. steunde
  3. steunde
  4. steunden
  5. steunden
  6. steunden
v.t.t.
  1. heb gesteund
  2. hebt gesteund
  3. heeft gesteund
  4. hebben gesteund
  5. hebben gesteund
  6. hebben gesteund
v.v.t.
  1. had gesteund
  2. had gesteund
  3. had gesteund
  4. hadden gesteund
  5. hadden gesteund
  6. hadden gesteund
o.t.t.t.
  1. zal steunen
  2. zult steunen
  3. zal steunen
  4. zullen steunen
  5. zullen steunen
  6. zullen steunen
o.v.t.t.
  1. zou steunen
  2. zou steunen
  3. zou steunen
  4. zouden steunen
  5. zouden steunen
  6. zouden steunen
en verder
  1. ben gesteund
  2. bent gesteund
  3. is gesteund
  4. zijn gesteund
  5. zijn gesteund
  6. zijn gesteund
diversen
  1. steun!
  2. steunt!
  3. gesteund
  4. steunend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

steunen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de steunen (stutten; schoorbalken)
    el socorros; el sostenimiento
  2. de steunen (kreunen; zuchten)
    el suspiros

Vertaal Matrix voor steunen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aprobar instemmen
estar de acuerdo instemmen
socorros schoorbalken; steunen; stutten
sostenimiento schoorbalken; steunen; stutten houvast; ondersteuning; steun
suspiros kreunen; steunen; zuchten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apoyar dragen; ondersteunen; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aanjagen; aanmoedigen; aansporen; iemand motiveren; met palen stutten; motiveren; opjutten; porren; prikkelen; schragen; stimuleren; stutten
aprobar bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen aankopen; aanschaffen; aanstaan; akkoord gaan met; autoriseren; believen; billijken; erdoor komen; fiatteren; goeddunken; goedkeuren; goedvinden; halen; instemmen; kopen; pakken; permitteren; ratificeren; toestaan; toestemmen in; toestemming verlenen; verkrijgen; verwerven
apuntalar dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aandrijven; aansporen; met palen stutten; motiveren; opkalefateren; opknappen; opkrikken; oplappen; opvijzelen; opwekken; prikkelen; schragen; stimuleren; stutten
dar la razón a alguien bijvallen; gelijk geven; steunen
estar de acuerdo bijvallen; gelijk geven; instemmen; rugsteunen; steunen eens worden; overeenkomen; overeenstemmen
gemir kreunen; steunen brullen; emmeren; huilen; jammeren; janken; jeremiëren; kermen; krijsen; temen; weeklagen; zich beklagen
gimotear kreunen; steunen emmeren; grienen; huilen; janken; snikken; snotteren; temen; zich beklagen
poner puntales dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
soportar dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aanjagen; aansporen; doorleven; doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; iets verduren; incasseren; opjutten; opvangen; porren; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
sostener ondersteunen; rugsteunen; steunen aanjagen; aansporen; assisteren; bijspringen; bijstaan; helpen; hooghouden; in de hoogte houden; motiveren; omhooghouden; ondersteunen; ophouden; opjutten; porren; seconderen; weldoen
sujetar dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aan elkaar bevestigen; aanjagen; aansporen; afbinden; afsnoeren; beethouden; bevestigen; hoogbinden; knellen; motiveren; omhoogbinden; opbinden; opjutten; porren; vastbinden; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastleggen; vastmaken; vastsjorren; vastzetten; verbinden; verzekeren

Verwante woorden van "steunen":


Verwante definities voor "steunen":

  1. erop of ertegen rusten1
    • de man met de verstuikte voet steunde op zijn vrienden1
  2. iemand helpen1
    • hij steunt de armen1
  3. klagend en zuchtend iets zeggen1
    • 'ik ben doodmoe', steunde hij1

Wiktionary: steunen

steunen
verb
  1. een deel van de last op zich nemen, hulp verlenen
  2. ~ op: de last gedeeltelijk op iets leggen
  3. van vermoeidheid of pijn een kreunend geluid maken

Cross Translation:
FromToVia
steunen sostener; respaldar back — to support
steunen apoyar; sostener; apuntalar support — to keep from falling
steunen respaldar support — to back a cause, party etc. mentally or with concrete aid
steunen apoyar; respaldar support — to help, particularly financially
steunen ayudar unterstützen — (Zusammenarbeit) bei etwas helfen; etwas Hilfreiches hinzugeben
steunen arrimar; apoyar accoterappuyer d’un côté pour soutenir.
steunen adosar; respaldar adosserappuyer le dos contre quelque chose.
steunen apoyar; empujar; sostener; amparar appuyerplacer contre quelque chose.
steunen mantener maintenirtenir ferme et fixe.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van steun