Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apagado
|
ingetogen; stemmig
|
afsluitings-; beslagen; bleek; dof; effen; egaal; eruit; flets; futloos; geblust; gedempt; gelijk; geslepen; glad; glansloos; grauw; halfluid; kleurloos; lamlendig; lusteloos; mat; mistroostig; niet helder; oververmoeid; plat; slap; somber; strak; triest; troosteloos; uit; uitgeblust; van; vanaf nu; vanuit; vlak; vlakuit; vreugdeloos
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apagado
|
|
afsluiten
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
austero
|
ingetogen; stemmig; stemmingsvol
|
eenvoudig; houterig; matig; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; sober; star; stijf; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; stug; taai; verstard; vlijmend; vlijmscherp
|
grave
|
ingetogen; stemmig
|
argwaan opwekkend; benard; benauwd; corpulent; dik; erg; ernstig; gemeen; gezet; hachelijk; heel erg; kritiek; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lijvig; onedel; ontzettend; penibel; schromelijk; serieus; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vol ernst; vreselijk; week; werkelijk menend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaarlijvig; zwak
|
serio
|
stemmig; stemmingsvol
|
erg; ernstig; heel erg; kwalijk; serieus; van bedenkelijke aard; vol ernst; werkelijk menend
|
sobrio
|
ingetogen; stemmig
|
koel; niet beschonken; nuchter; objectief; onpartijdig; zakelijk
|
suave
|
ingetogen; stemmig
|
effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; kneedbaar; mals; plat; smeuïg; strak; van één kleur; vlak; vlakuit; vormbaar; zacht; zacht aanvoelend
|