Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abultado
|
|
buil; bult; bultenaar; gebochelde; kneuswond; kneuzing; letsel
|
tieso
|
|
erectie; stijve
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abultado
|
star; strak; verstard
|
bol; bolstaand; bultig; dik; lijvig; uitpuilend; vet; zwaar van lijf
|
agarrotado
|
star; strak; verstard
|
|
austero
|
star; strak; verstard
|
eenvoudig; houterig; ingetogen; matig; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; sober; stemmig; stemmingsvol; stijf; stijfkoppig; stijve; stram; stroef; stug; taai; vlijmend; vlijmscherp
|
cuajado
|
star; strak; verstard
|
geronnen; gestold; gestremd
|
distante
|
star; strak; verstard
|
afgelegen
|
envarado
|
star; strak; verstard
|
scherp; vlijmend; vlijmscherp
|
esférico
|
star; strak; verstard
|
bol; bolvormig; kogelrond; kogelvormig; rond; sferisch
|
estirado
|
star; strak; verstard
|
aanmatigend; arrogant; gestrekt; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; scherp; strak; strakgespannen; uit de hoogte; uitgerekt; verwaand; vlijmend; vlijmscherp; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
fijo
|
star; strak; verstard
|
hecht; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; stijfkoppig; stug; taai; vlijmend; vlijmscherp
|
hosco
|
star; strak; verstard
|
beklagend; bokkig; chagrijnig; eigenwijs; eigenzinnig; gemelijk; hardhoofdig; humeurig; knorrig; korzelig; negatief; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stijfkoppig; stug; taai; vlijmend; vlijmscherp; zeurderig
|
paralizado
|
star; strak; verstard
|
stilstaand; verstijfd; vleugellam
|
parsimonioso
|
star; strak; verstard
|
afgemeten praten; economisch; scherp; spaarzaam; stijf; vlijmend; vlijmscherp; zuinig; zuinigjes
|
tenso
|
star; strak; verstard
|
|
tieso
|
star; strak; verstard
|
onbuigzaam; onverzettelijk; scherp; stijfjes; stijfkoppig; stug; taai; vlijmend; vlijmscherp
|