Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
administrador
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
aanvoerder; administrateur; administrator; afdelingschef; afdelingshoofd; beheerder; bestuurder; bewindvoerder; boedelredder; boekhouder; chef; computerbeheerder; curator; hoofd; hoofdman; intendant; leider; politicus; referendaris; rentmeester; sysadmin; systeembeheerder
|
apoderado
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
afdelingschef; afdelingshoofd; chef; gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde; procuratiehouder
|
director
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
aanvoerder; aanvoerster; afdelingschef; afdelingshoofd; baas; bestuurder; chef; directeur; hoofd; hoofdman; hoofdredacteur; hopman; leider; leidster; leidsvrouw; meerdere; meester; patroon; politicus; superieur; topfiguur; voorvrouw
|
encargado
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
aanvoerster; boedelredder; curator; leidster; leidsvrouw; trustee; voorvrouw; zetbaas
|
gerente
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
aanvoerder; afdelingschef; afdelingshoofd; baas; bedrijfsleider; bestuurder; boedelredder; chef; curator; directeur; hoofd; hoofdman; kopstuk; leider; manager; meerdere; meester; patroon; politicus; superieur; trustee; voorzitter; zetbaas
|
gobernador
|
gouverneur; landvoogd; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
regeerder
|
gobernante
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
autoriteiten; gezag; gezaghebber; gezaghebbers; gezagsdrager
|
jefe
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
aanhef; aanvoerder; aanvoerster; baas; beheerser; bevelhebber; chef; gebieder; hoofd; hoofdleider; hoofdman; leider; leidsman; leidster; leidsvrouw; meerdere; meester; opperhoofd; patroon; ploegbaas; stamhoofd; superieur; titel; topfiguur; voorman; voorvrouw; werkbaas; werkmeester
|
regenta
|
plaatsbekleder; stadhouder
|
regentes
|
regente
|
gouverneur; landvoogd; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
dijkgraaf; schout; schoutendiender
|
soberana
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
alleenheerser; heerseres; landsvrouwe; soeverein; vorstin
|
soberano
|
gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
alleenheerser; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; machthebber; monarch; overheerser; overweldiger; soeverein; sujet; vent; vorst
|
virrey
|
gouverneur; landvoogd; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder
|
onderkoning
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gobernante
|
|
heersend; regerend
|
soberano
|
|
aanzienlijk; aristocratisch; deftig; gedistingeerd; koninklijk; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk
|