Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. stabiel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stabiel (Nederlands) in het Spaans

stabiel:

stabiel bijvoeglijk naamwoord

  1. stabiel (stevig)
    estable; firme

Vertaal Matrix voor stabiel:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estable stabiel; stevig blijvend; degelijke; duurzaam; duurzame; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; hecht; kredietwaardig; solvabel; solvent; waardevast
firme stabiel; stevig beslist; besluitvaardig; breed; degelijke; doortastend; ferm; fiks; flink; fors; gedecideerd; geheid; hecht; kordaat; krachtdadig; krachtig; onbuigzaam; ongetwijfeld; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; resoluut; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd; stijfkoppig; stug; taai; uit de kluiten gewassen; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; volhardend; zeker

Verwante woorden van "stabiel":

  • stabieler, stabielere, stabielst, stabielste, stabiele

Wiktionary: stabiel

stabiel
adjective
  1. standvastig, duurzaam

Cross Translation:
FromToVia
stabiel estable stable — relatively unchanging
stabiel estable stable — Qui est dans une assiette, dans une situation ferme.

Verwante vertalingen van stabiel