Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spraakzaam:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spraakzaam (Nederlands) in het Spaans

spraakzaam:

spraakzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. spraakzaam (kletserig; praatziek; praatgraag; )
    chismoso; cotilla; locuaz; parlanchín

Vertaal Matrix voor spraakzaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chismoso babbelaar; binnendringer; infiltrant; keuvelaar; klapekster; kouter; kwaadspreker; lasteraar; lasteraarster; prater; roddelaar; roddelaarster; slangentong; spion; theetante; vuilspuiter
cotilla keurslijf; korset; lasteraarster
parlanchín babbelaar; bluffer; dikdoener; flapuit; hannes; keutelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; prater; sijsjeslijmer; slak; snoever; snoevers; spraakwaterval; sukkel; talmer; teut; theetante; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; windbuil; windbuilen; zwammer; zwetser
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chismoso babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
cotilla babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
locuaz babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
parlanchín babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam

Verwante woorden van "spraakzaam":


Wiktionary: spraakzaam


Cross Translation:
FromToVia
spraakzaam hablador redselig — viel und gerne redend
spraakzaam hablador talkative — tending to talk or speak freely or often

Verwante vertalingen van spraakzaam