Splitsing in het Spaans vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

splitsing:
- encrucijada; bifurcación; división; rama; reparto; horquilla; partición; trivio; punto de intersección; cruce; confluencia de ríos; desviación; escisión; empalme; fragmentación; ramificación; cruce múltiple; confluente; encrucijada de caminos; cruzamiento
Wiktionary:
- splitsing → fisión, bifurcación, partición

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor splitsing (Nederlands) in het Spaans

splitsing:

splitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de splitsing (aftakking; vertakking)
la encrucijada; la bifurcación; la división; la rama; el reparto; la horquilla; la partición; el trivio; el punto de intersección; el cruce; la confluencia de ríos; la desviación; la escisión; el empalme; la fragmentación; la ramificación; el cruce múltiple; el confluente; la encrucijada de caminos
- encrucijada [la ~] zelfstandig naamwoord
- bifurcación [la ~] zelfstandig naamwoord
- división [la ~] zelfstandig naamwoord
- rama [la ~] zelfstandig naamwoord
- reparto [el ~] zelfstandig naamwoord
- horquilla [la ~] zelfstandig naamwoord
- partición [la ~] zelfstandig naamwoord
- trivio [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto de intersección [el ~] zelfstandig naamwoord
- cruce [el ~] zelfstandig naamwoord
- confluencia de ríos [la ~] zelfstandig naamwoord
- desviación [la ~] zelfstandig naamwoord
- escisión [la ~] zelfstandig naamwoord
- empalme [el ~] zelfstandig naamwoord
- fragmentación [la ~] zelfstandig naamwoord
- ramificación [la ~] zelfstandig naamwoord
- cruce múltiple [el ~] zelfstandig naamwoord
- confluente [el ~] zelfstandig naamwoord
- encrucijada de caminos [la ~] zelfstandig naamwoord
de splitsing (wegkruising; kruising; kruispunt; wegsplitsing; kruising van straten)
la encrucijada; el cruce; la desviación; el cruce múltiple; la partición; el cruzamiento; el punto de intersección; la encrucijada de caminos
- encrucijada [la ~] zelfstandig naamwoord
- cruce [el ~] zelfstandig naamwoord
- desviación [la ~] zelfstandig naamwoord
- cruce múltiple [el ~] zelfstandig naamwoord
- partición [la ~] zelfstandig naamwoord
- cruzamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- punto de intersección [el ~] zelfstandig naamwoord
- encrucijada de caminos [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor splitsing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bifurcación	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	aftakken; opsplitsing; tweesprong; vertakken; vertakking; wegsplitsing; zijtak
confluencia de ríos	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing
confluente	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing
cruce	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	bastaard; hybride; knooppunt; kruising; kruispunt; oversteek; oversteekplaats; overweg; punt waar lijnen elkaar kruisen; tweesprong; verkeersknooppunt; voetgangersoversteekplaats; wegsplitsing; zebrapad
cruce múltiple	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	knooppunt; kruispunt; oversteek; oversteekplaats; overweg; verkeersknooppunt; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
cruzamiento	kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; wegkruising; wegsplitsing	bastaard; hybride; oversteek; oversteekplaats; overweg; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
desviación	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	afdwalen; afdwaling; afwijking; dwaling; marge; omleiding; omleidingsweg; scheefheid; scheefte; schuinheid; schuinte; speelruimte; speling; wegomlegging
división	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	afbreking; afdeling; afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; arrangement; brigade; departement; detachement; divisie; indeling; legerafdeling; opdeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking; sectie; tak; tussenmuurtje; vakgroep; verdeling
empalme	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanhechting; aanvoeging; alliantie; bastaard; bond; bondgenootschap; hybride; knooppunt; koppeling; kruispunt; kruisverbinding; spruitstuk; verbinding; verbond; verkeersknooppunt
encrucijada	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	oversteek; oversteekplaats; overweg; viersprong; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
encrucijada de caminos	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	knooppunt; kruispunt; oversteek; oversteekplaats; overweg; verkeersknooppunt; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
escisión	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing
fragmentación	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	fragmentatie
horquilla	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	haak; haarspeld; haarspeldje; tekenhaak
partición	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	partitie; schijfpartitie; verdeling
punto de intersección	aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing	kruising; kruispunt; oversteek; oversteekplaats; overweg; punt waar lijnen elkaar kruisen; snijpunt; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
rama	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	afdeling; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; ent; gezichtsrimpel; loot; rimpel; sectie; tak; takje; twijg; voorwaardelijke branche
ramificación	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	afdeling; aftakken; deelsoort; departement; detachement; sectie; tak; vertakken; vertakking; zijtak
reparto	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing	bestelling; bezorging; keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; overhandiging; postbestelling; postbezorging; rolverdeling; verdeling
trivio	aftakking; driesprong; splitsing; vertakking; wegsplitsing
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
división		divisie
rama		vertakking
ramificación		vertakking

Verwante woorden van "splitsing":

splitsingen

Wiktionary: splitsing

Cross Translation:

From	To	Via
• splitsing	→ fisión	↔ fission — process whereby one item splits to become two
• splitsing	→ bifurcación	↔ fork — intersection
• splitsing	→ partición	↔ partition — division of a territory
• splitsing	→ bifurcación	↔ bifurcation — division en deux branches.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal splitsing van Nederlands naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor splitsing (Nederlands) in het Spaans

splitsing:

splitsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de splitsing (aftakking; vertakking)

de splitsing (wegkruising; kruising; kruispunt; wegsplitsing; kruising van straten)

Vertaal Matrix voor splitsing:

Verwante woorden van "splitsing":

Wiktionary: splitsing